Samenwerken in de versnellingen van de menselijke vermogens
Globaliseren met regionale/lokale dynamiek
Excerpten Ante
Portas Project, Noordwijkerhout, mei 1969
Hertaling, Manhattan Project 3.01, Rotterdam,
november 2023
Je kan de loop der mensheid vergelijken met een rivier die niet altijd even gelijkmatig voortkabbelt, maar af en toe stroomversnellingen, een waterval, soms ook een ondergronds vervolg kent. En die dan weer traag door oneindige vlaktes stroomt. Als wij willen bekijken op wat voor plek van die rivier wij nu zitten, dan zullen we enkele ontwikkelingen van deze tijd moeten plaatsen in de lijn van 'onze geschiedenis'.
De mens* bestaat, voor zover we onszelf in "haar/het/hem" herkennen zo'n 200.000 jaar (zeggen wetenschappers) en heeft zich, de aarde verkennend, ontwikkeld tot die "zij/het/hij" nu is:
*
divers in culturen wereldwijd;
*
continentaal in grote verscheidenheid;
*
in groeperingen karakteristiek;
* fysiek en qua bewustzijn uniek.
De mens is dus een bijzonder fenomeen.
We hebben ons volgens de huidige, gangbare wetenschap ontwikkeld vanuit "de
primaten", een zoogdierenfamilie. Zo'n 7 miljoen jaar geleden ontwikkelden
we 'wandelvoeten' met een grote teen en zijn we ons in
Afrika gaan onderscheiden van de overige primaten, die hun klimvoeten met grijptenen behielden. Rechtop lopend hadden we de grijpfunctie van onze kaken
ook niet meer nodig; daar hadden we nu onze handen voor vrij. De kaakspieren
zwakten wat af en zo kon de schedel zich makkelijker aanpassen aan de
vergroting van de hersenen.
Daardoor werd 'instinctief reageren' verrijkt met
'reflexief handelen' en ontstond 'de waaier van bewustzijn'.
We zijn zo tot 'Homo Sapiens'
geëvolueerd en ons ongeveer 50.000
jaar geleden gaan verspreiden*)
over de wereld. Aanvankelijk in kleine groepen, vaak competitief en concurrerend
om de beste plekjes onder de zon.
Toen we de natuur met landbouw naar onze hand
wisten te zetten, zijn onze voorouders zich wat meer gaan settelen en konden er
steden ontstaan.
Volgens veel gangbare,
religieuze opvattingen is de mens geschapen door een hogere macht.
En er is geen
eenduidige opvatting over de tijd waarin dat allemaal heeft plaats gevonden.
Maar hoe dan ook:
Ons toekomstperspectief is in toenemende mate
zorgwekkend aan
het worden.
Teleurstellend daarbij is onder andere:
En dat, terwijl de mens de laatste eeuwen een gigantische ontwikkeling heeft
doorgemaakt met zeer hoopgevende, maar evenzo dus met angstwekkende aspecten.
Er zijn binnen de huidige, gangbare wetenschap zeer serieuze mensen die
uitermate sombere perspectieven schetsen voor de toekomst van de mens. En is dat
niet door uitputting van de aardse mogelijkheden (biodiversiteit,
luchtvervuiling, opwarming), dan is het volgens anderen omdat er ergens een
komeet op ramkoers ligt met de aarde. We weten alleen nog niet waar, of hoe lang
het nog duurt voor we collectief het loodje leggen.
En dan zijn er nog de optimistische, religieuze overtuigingen die leren dat het
de symptomen zijn van 'het einde der tijden', waarbij alle goede geloofsgenoten
een eeuwig paradijs wacht.
Hoe dan ook, het toekomstperspectief van de doorsnee mens is net zo zorgwekkend
als dat van de minder bedeelden en dat van degenen die, omringd door
dienaren en een zelfverdiend landgoed, zich veilig en zelfredzaam wanen,
prima voorbereid op barre tijden.
Hoopgevend echter is:
En secundaire eigenschappen als: inventiviteit en aanpassingsvermogen
Door alle ellende van tegenslagen en rampen heen hebben
deze kwaliteiten geholpen, moed te houden om door te gaan en er gezamenlijk iets van te maken.
Met als resultaat van deze twee punten, dat de mens vanaf zijn bestaan als 'jager-verzamelaar' vermogens heeft om zich in toenemende mate en in een steeds
betere versnelling aan te passen en te handhaven en zelfs in staat is, te anteciperen op
ongunstige vooruitzichten.
In een harmonische omgeving zal ieder mens vanuit dat principe vanzelf
opgroeien tot een gewaardeerd lid van de samenleving.
Die harmonische samenleving staat nu dus onder druk door:
de toenemende regionale kwaliteitsverschillen in leefbaarheid, versterkt door sociaal-economische en klimatologische omstandigheden
de zorgwekkende afname van empathische betrokkenheid bij de toestand van de bio-diversiteit
de stroomversnellingen in de menselijke vermogens, aangejaagd door de technologische ontwikkelingen, bijvoorbeeld ten aanzien van:
het voortbewegen
het denken
het vernietigingsvermogen
het bereik in hoogte / afstand
de bevolkingsgroei en organisatie
de communicatie en informatie
Vanaf het moment dat de mens het dier leerde temmen
en er een rijdier van maakte,
heeft hij zich eeuwen lang niet sneller kunnen voortbewegen
dan plusminus 40 kilometer per uur.
Ongeveer het dubbele van wat hij zelf -hardlopend- korte tijd kan halen/volhouden.
Maar of er nou 2 of 6 paarden voor een wagen stonden,
het voertuig ging niet harder dan het snelste paard kon lopen.
De stoomtrein rond 1850 en omstreeks 1900 de auto brachten de volgende
versnelling teweeg: 100 tot 500 km/uur.
Het vliegtuig brengt de mens omstreeks 1950 per uur zo'n 750 tot 1100 kilometer ver.
De raket is 20 jaar later in staat, de mens 40.000 km per uur
te laten spacesurfen.
Dat is elf kilometer per seconde.
Kortgeleden was de mens voor het maken van berekeningen
nog aangewezen op zijn vingers en verstand. Werd het een beetje moeilijker, dan
kwam er al gauw potlood of meetlint bij kijken. De abacus en het telraam
ondersteunden hem daarbij. Waarbij we ons ook nog moeten realiseren, dat het
begrip 'nul' als een positiewaarde in een getallenreeks na 1600 pas ingang vond
via
de wis- en rekenkunde.
Het getalsbegrip werd
groter, maar meer snelheid kon de mens echter niet halen, voordat de eerste rekenformules
werden bedacht.
Totdat de mechanische rekenmachine,
al snel gevolgd door de computer, het elektronische brein,
zijn intrede deed.
In 1954 was er een computer geconstrueerd die tot ieders verbazing 160 berekeningen per seconde kon maken.
Dat lijkt niet veel, maar zonder zo'n computer zou er geen maanlanding mogelijk zijn
geweest in 1969.
Nu praten we over giga-berekeningen, waardoor ingewikkelde scenario's kunnen
worden geschetst en de mens zijn realiteit zelfs metaverseel kan beleven.
Lijn in de grafiek van het denk/rekenvermogen in snelheid: Tot 1950 praktisch horizontaal;
daarna schiet de lijn sterk omhoog.
Het denken als verbeeldingskracht
Doordat de mens deze berekeningen kan "bevatten",
is zijn denk- & voorstellingsvermogen in staat,
ook een virtuele werkelijkheid te componeren en te onderhouden.
Zolang de aarde als 'plat' en centrum van het
heelal gezien werd, ging de verbeelding niet verder dan 'Monus, het mannetje van de
maan'. Op de aarde werden de onbegrepen verschijnselen toegeschreven aan god,
goden, geesten, spoken of duivels (om er enkele te noemen). Onder de aarde lag
volgens sommigen de hel en ergens boven 'het uitspansel van de sterrenhemel',
zoals Shakespeare dat nog noemde, het walhalla van de Germanen, de hemel van de
Christenen of het nog hogere Nirwana der Boedhisten.
Daar bevonden zich ook 'de eeuwige jachtvelden' van de Amerikanen en ‘de grazige weiden’
van de Afrikanen.
Religie, filosofie, wiskunde en de meer ambachtelijke wetenschappen kunnen zich daarbinnen
heel goed ontwikkelen, maar het
vraagt om 'renaissance / verlichting', zoals in Europa tussen 1400 en 1800, een
herbezinning over of wedergeboorte van de klassieke waarden om tot een nieuw
inzicht te komen.
Vanaf het besef dat de aarde een bol is die draait om zijn as en cirkelt rond de de zon,
ontstaat er na de uitvinding van de verrekijker (1608) een ruimtelijk begrip van sterren en sterrennevels.
Aan de uitdijingsnelheid van het heelal kon in de vorige eeuw het ontstaan ervan worden teruggerekend
tot de implosie in het niets.....Van daaruit ontstond het denken over het
heelal als resultaat van een oersprong uit het
Niets.
Over het waarom en waartoe blijft het wetenschappelijk oorverdovend stil.
Zwarte gaten, donkere materie; wetenschappelijke disciplines dwingen tot verifieerbaarheid van meningen en
conclusies. Tot die tijd blijven het enigermate gecalculeerde, maar vooral
beredeneerde opties.
Dat is een verschil met religies. Die zijn meer gebaseerd op geopenbaarde
opties, gedicteerd aan schrijvers van Heilige Boeken of graveerders van Stenen
Tafelen of Koperen Platen. Zij hebben op al die vragen suggestieve antwoorden.
Op dit moment staan de
KI-profeten*
virtueel
te trappelen, ook daar in te voorzien.
De kei, de bijl; de boog, de pijl; brandstichting, de
stormram en
de katapult bepaalden eeuwenlang de kracht die de mens kon inzetten om met
geweld zijn zin door te drijven.
Met de uitvinding van buskruit, door de uitvinders bedoeld voor feestelijk
vuurwerk, is deze vernietigingskracht wezenlijk
toegenomen.
Daarna is die kracht vrij geleidelijk opgevoerd,
door meer buskruit te gebruiken.
Met de toepassing van de atoomsplitsing is er echter geen sprake meer van een geleidelijke toename. De explosieve kracht van dit moment is dan ook bijna onvoorstelbaar:
1944 zwaarste bom
11 kg TNT - lijn in statistiek 11 centimeter
1945 eerste atoombom
18 kiloton TNT -
lijn in statistiek 180
meter
1954 waterstofbom
20 megaton TNT -
lijn in statistiek
200 kilometer
Plaats naast die explosieve vernietigingskracht dan nog de chemische en biologische vernietigingskrachten die de mens bedacht heeft.
Het mag duidelijk zijn, dat de mens ook op dit gebied wel bijzonder uniek en
razendsnel kan zijn in het verder ontwikkelen èn inperken van zijn
vernietigingskracht. De mens kan daardoor nietsontziend en meedogenloos lijken.
De mens steeg eind 1700 tot enkele honderden meters hoogte.
Met een ballon weliswaar, maar los van de grond.
Na 1900 is ook op dit gebied een relatief sterke versnelling
waar te nemen,
dankzij het vliegtuig. Tegenwoordig kunnen die een hoogte van 12
kilometer halen.
Dan komt de raket die in 1961 de eerste mens in een baan rond de aarde brengt in
een 'kunstmaan' 300 km
hoog.
De maan op 400.000 km wordt kort daarop (1969)
door de mens bereikt.
Het is wel moeilijk om hier nog van hoogte te spreken.
Afstand zou beter zijn.
In de loop van enkele tientallen jaren schiet deze ontwikkelingslijn de ruimte in.
Inmiddels heeft "de Voyager" met een
"hallo, dit zijn wij"-image
aan boord,
ons zonnestelsel verlaten.
Gelukkig zit er geen mens van vlees en bloed
in het voertuig
hij/zij zou niet meer terug kunnen keren.
Tussen het begin van westerse jaartelling en 1700 was
er een geleidelijke groei van de wereldbevolking veel kinderen stierven jong en
de gemiddelde mens werd niet oud.
Het resultaat was, dat er jaarlijks zo'n
8 mensen per 10.000
bewoners bij kwamen.
Daar is ook op dit gebied een versnelling ingetreden die thans loopt naar een
jaarlijkse groei van
80 mensen per 10.000. En
daarbij wordt de gemiddelde mens aanmerkelijk ouder. Van mijn generatie, geboren
in 1945, is in ons land 'pas 1/3 dood!'
“Terwijl ik 'welkom' zeg, zijn er op de aarde
11 kinderen bijgekomen”,
leerde ik vroeger.
Het perspectief van 10 miljard mensen aan het eind van deze eeuw schijnt niet
zozeer beïnvloed te worden door het geboortecijfer, alswel door de oplopende, gemiddelde leeftijd. Mensen worden aanmerkelijk ouder, terwijl de
gemiddelde gezinsgrootte afneemt.
Ongeveer 6.000 jaar geleden
ontstonden de eerste steden met wel honderden inwoners. Nu zijn er wereldwijd
megapolissen. Er zijn nu steden met meer inwoners dan heel Nederland momenteel telt
(bijna 18 miljoen).
Meer
dan de helft van de mensheid leeft in een stedelijke omgeving.
Dat heeft zeer grote gevolgen voor de voedselproductie en -distributie in termen
van veilig, duurzaam en betaalbaar.
Informatie &
Communicatie.
Dorpsomroeper, Tam Tam, Rooksignalen.
Zichtbaar en hoorbaar in 'real time'.
De audiovisuele communicatie was dus direct effectief,
maar aan moment & afstand gebonden.
Spijkerschrift en papyrus overstijgen plaats en tijd.
Het Schrift, de Boekdrukkunst,
Telegrafie, Radio,
Televisie & Satelliet
hebben ook dit vermogen gigantisch vergroot.
Voor het eerst sinds zijn verspreiding
over de wereld kan één mens de hele mensheid in realtime bereiken.
Op 25 juni 1967 brachten The Beatles via het Satelietprogramma "Our World" hun muzikale formule voor wereldvrede
vanuit één studiootje wereldwijd ten gehore: "All You
Need Is Love".
Nu kan een spreker wereldwijd gezien en gehoord worden door miljarden mensen op
hetzelfde moment,
desgewenst in eindeloze herhaling.
In den beginne hadden de Oer-Pater en -Mater Familias aan
één binnenplaatsje genoeg om
alle informatie te bergen of aan zijn/haar groepje
Nomaden over te dragen.
Met de ontwikkeling van steden en cultuurcentra (6000 jaar geleden) kwamen er
ook bibliotheken (kleitabletten, papyrus).
Vanaf de boekdrukkunst en de ontwikkeling van universiteiten namen de
bibliotheken en boekwinkels toe en kwam bijna alle informatie op loop- of
fietsafstand bereikbaar.
Met de universiteiten (vanaf zo'n 500 jaar geleden opgericht) groeide ook de wetenschap met
onderzoek op allerlei gebied, rapporten, proefschriften over de micro- en de
macro-wereld (vervang 'wereld' eventueel door 'kosmos').
Nu komt via internet al die informatie beschikbaar in iedere huiskamer, op
tablets, via oculairs of in 3d-metaverse.
En in een "notendop" neem je 'The Cloud' met al die
data overal mee naar toe.
Je hebt weer aan één binnenplaatsje genoeg voor bed en bureau. En je hebt tegelijkertijd Terrabytes
aan informatie beschikbaar.
Zo zijn er meer voorbeelden van overschakeling naar
een hogere versnelling aan te geven,
of
van de omschakeling naar
een "andere" realiteit
Voor kinderen is al veel
"globaal normaal",
wat voor grootouders nog "regionaal onvoorstelbaar" is.
Datzelfde gold ook voor mijn opa, geboren in 1882. Hij maakte de eerste auto
mee, het eerste vliegtuig, de radio, de film en de televisie. Met mijn oma die
de wasteil met plank en borstel kon vervangen door een wasmachine, de
takkenbezem door een stofzuiger; de vingerhoed met naald en draad omruilde voor
een naaimachine en ook nog 'ns met het Openbaar Vervoer even naar de stad kon.
In haar jonge jaren ging dat met de trekschuit die 's morgens om 5 uur vertrok
en 's avonds om 6 uur weer aanlegde bij de Havenstraat.
We zitten dus in een een volkomen nieuwe situatie, waar ons denken (ongeacht ons geloven of weten) zich aan zal aanpassen. Dat vermogen heeft de mens in het verleden ondubbelzinnig aangetoond. "
Inclusief denken" hoort daar ook bij. Het doet dan ook recht aan de drie belangrijkste facetten van bewustzijn:Geloven Menen Weten
Inclusief denken betekent:
Jezelf niet superieur achten.
Je kunt misschien harder lopen of zuiverder zingen, maar
tussen jou en de ander bestaan geen
principiële, maar alleen graduele verschillen.
De ander net zo serieus nemen in zijn bedoelingen
als de leden van jouw familie of vriendengroep.
Wantrouwen, oplichting en bedrog zijn symptomen van
ongelijkwaardigheid en de onderdrukking van (meestal) de man.
Bereid zijn om naar de ander te luisteren en de
eigen overtuiging kritisch te bekijken
Veranderingsbereidheid ontwikkelen in een maatschappelijk
dynamische omgeving.
Ook al blijf je overtuigd van jouw gelijk, je leert
de ander beter kennen en accepteren.
(Terzijde: zouden we geen veranderingsbereidheid hebben, dan speelden we
nog verstoppertje in de bomen)
Zo kan een ultieme basis ontstaan voor een globale samenleving met een regionale/lokale karakteristiek.
We hebben gezien, dat de soms heftige versnellingen ons
"dwingen" tot inclusief denken,
zoals een cascade de roeier "dwingt". Als een sportieve, creatieve uitdaging.
Het is een soort duw in de rug die wij krijgen
van een ‘historische noodzaak’.
Daarnaast is er ook nog een aantrekkingskracht, van buitenmenselijke oorsprong, die wij
of "goed" of "natuur" danwel "god" of "statuur"
noemen en
waarmee de universele menselijke waarde gestalte krijgt.
Dit is een extra stimulans voor een inclusieve samenleving.
Een denken dat er vanuit gaat, dat het welzijn van ieder persoonlijk niet bevorderd kan worden zonder de ander of ten koste van de ander, maar alleen als de ene mens ook het welbevinden van de ander nastreeft.
Vraagt een andere tijd een ander denken,
of een beter begrip ?
Maakt een andere tijd een ander denken
noodzakelijk, of beleven we de kenmerkende effecten van een cascade, de
stroomversnellingfase in de voortschrijdende ontwikkelingen?
Zijn er overeenkomsten tussen deze tijd en andere woelige tijden?
Wat Europa betreft lijkt de periode van 1400 tot 1600, de Renaissance, de opstart van een tijd met ingrijpende veranderingen:
Veranderingen in het Europa van de
"domeinen-cratie" (graafschappen, baroniën, hertogdommen). Landen als Frankrijk, Italië, Nederland en België waren nog geen nationale staten. De
geschiedenisboekjes over die tijd staan vol verhalen over Domeinenstrijd & Roofridders.
De platte wereld werd ineens als "bol" ervaren;
Amerika werd "ontdekt"
Het christendom rond 900 al in voorhang
verscheurd in Romeins en Byzantijns, versplintert vanaf 1500 vanuit Noord-Europa in
vele varianten (denominaties)
Er zijn in heel Europa reeksen Staten- en Godsdienst-oorlogen.
De Hanzehandel "globaliseerde" West- en Noord-Oost Europa.
Drukkunst, universiteiten en boekhandels
maken wezenlijke informatie wereldwijd bereikbaar.
Met "globaal grazen" wordt "kapitaal" verzelfstandigd en financieren ondernemers oorlogen voor economische machtsposities in de overige werelddelen (VOC, de "Gouden" Eeuw, WIC zelfs met handel in tot slaaf gemaakte mensen)
Door die renaissance werd een basis gelegd voor de ontvankelijkheid van de verlichting.
Nu (2023) zijn er weliswaar overeenkomsten, maar in werkelijkheid zijn de
hedendaagse veranderingen nog ingrijpender, omdat veel effecten van het handelen
in deze tijd contraproductief zijn voor de instandhouding van de menselijke
familie.
(Zo dreven mensen in de Gouden Eeuw handel met zeilboten en werden windmolens
gebruikt voor malen en zagen; tegenwoordig draait bijna alles nog op fossiele
brandstof)
"Omgekeerd evenredig" aan die succesvolle ontwikkeling
van mens en mensheid zien we een dramatische
achteruitgang van de biodiversiteit.
Inmiddels lijkt Europa echter met succes de macht van
Koning, Kerk, Kapitaal
beteugeld/gedemocratiseerd te hebben en hebben burgers
meer vrijheden met rechtsbescherming dan ooit.
De lering die we uit de veranderingen rond 1500
hebben kunnen trekken, is:
De mens moet zich aanpassen, zodat hij veranderende omstandigheden aan kan.
Het bekritiseren van structuren & normen (politiek, onderwijs, godsdienst, onderneming, samenleving) kan een waardevolle impuls geven aan conflictbeheersing via democratisch overleg.
Veel waarden waarmee de mens al jarenlang geleefd heeft, worden niet meer vanzelf overgenomen, maar kunnen door herwaardering de maatschappij verlevendigen.
Het zal echter allemaal vergeefse moeite zijn, als het denken zich daar niet bij aanpast. De mentaliteit zal mee moeten veranderen. Het denkpatroon waarmee de mens nu in het algemeen nog leeft, is sterk antagonistisch, gebaseerd op tegenstellingen.
Het is Oost tegen West,
Arm tegenover Rijk,
Zwart tegenover Wit,
Noord tegen Zuid.
exclusief denken
>> =
<< de ander uit sluiten
En dat dit nog hecht in ons verankerd zit, blijkt wel uit opmerkingen die duiden op vooroordelen ten aanzien van bepaalde regionale en nationale volksgroepen en/of cultureel-etnische groeperingen:
"Dat soort dingen doen we niet"
“Dat is niets voor ons soort mensen”
"Anderen kun je niet vertrouwen"
"Wij zijn een uitverkoren groep"
Doordat dit denken een blokdenken is
("wij" en "zij")
leidt het al gauw tot vooroordelen,
waardoor wantrouwen normaal lijkt.
Je groeit er in op, normaal gesproken,
en je weet niet beter.
Gezien vanuit die stroomversnellingen blijkt nu wel, dat we wereldwijd in een hachelijke situatie verblijven.
Doordat onze aarde
zo klein geworden is door de ‘sprongen’ in mondiale communicatie en versnelde voortbeweging, en
zo vol wordt door de "bevolkingsexplosie" van gezonde kinderen en langer levende ouderen, en
zo kwetsbaar door de sprong in vernietigingsmacht en de meedogenloosheid van gefrustreerde leiders,
daardoor is een oude waarheid nu een dringende noodzaak geworden:
We kunnen alleen overleven door samen te leven.
Wij hebben elkaar nodig;
we mogen geen grenzen om ons heen trekken en
de ander maar voor zichzelf laten zorgen.
Heel de wereld is:
"gewoon op je phone"
of
"thuis op de buis"
De bron van Inclusief Denken is 'globaal bewustzijn', het besef dat de mensheid
één geheel vormt en dat ik mijn medemens niet vrijblijvend kan uitbuiten.
En die bron wordt gevoed door de creatief-kritische zelfkennis van individu en
groep. Op de basisschool kun je dat al leren. In het vervolgonderwijs kun je
ermee aan de slag.
Integreren begint met ruimte bieden aan de
ander in het sociaal-economisch verkeer. Net zo, als dat democratie betekent dat
je kunt omgaan met verlies.
En zo het wordt elke dag een beetje meer onmogelijk, anders te handelen en te denken dan in een vorm van solidariteit. Zo wordt het steeds leuker, mens te
zijn in een veranderende wereld.
Vergelijk het omgaan in het maatschappelijk verkeer met de alledaagse verkeersregels.
Die
worden aanvankelijk zeer rigide geformuleerd. Je moet ze voor jouw rijexamen
kennen èn hanteren.
Het meest veilig is echter, ze soepel te gebruiken en bewust te zijn van het
medeverkeer.
Zo kunnen wij nu, zowel ter wille van de ander als ter wille van ons zelf, gaan
denken.
Soepel denken. De mens is tot het goede
geneigd.
Niemand is schuldig aan zichzelf.
De urgentie van veranderen neemt
toe,
naarmate de biodiversiteit van de aarde afneemt.
Die urgentie wordt dringend, als de hang naar het verleden sterker is dan het
verlangen van het kind naar zijn wereld van morgen.
Als we merken, dat iemand door verkeerde wegen te bewandelen zichzelf of anderen
in gevaar brengt of ten gronde richt, dan mogen en moeten we hem/het/haar daarop
aanspreken. Maar ook hier gelden regels die eerder vanzelfsprekend dan opgelegd
zouden moeten zijn.
niets is inspirerender dan
waardering vanuit de eigen omgeving
Dit waren excerpten uit hearings
van
sociëteit ante portas
naar aanleiding van het boek
"inclusief denken"
van Feitse Boerwinkel, 1968.
Een hoopgevende constatering is,
dat de "sociaal-educatieve mobiliteit"
sterk is toegenomen:
1900: 1 op de 1.800 Nederlanders volgt hoger onderwijs,
academisch of hbo.
1950: 1 op de 330 Nederlanders volgt hoger onderwijs,
academisch of hbo.
2000: 1 op de 22 Nederlanders volgt hoger
onderwijs, academisch of hbo.
We raken steeds "beter" en "hoger" ontwikkeld.
Maar let op:
Jezelf superieur achten werkt niet
Onverschilligheid is geen
optie
De Tirannie van Verdienste
is nog niet voorbij.
en Schokeffecten
is pas onlangs verschenen
filosoferen over
klimaatveranderingen
bel het
wereld-alarm-nummer
of lees het SCP-rapport
Mensbeelden bij beleid
bedenk ook,
dat globaliseren in termen van duurzaamheid en tevredenheid,
oftewel:
in termen van menselijk geluk,
"inclusief denken" nodig
heeft
en
"zelfkennis",
de twee pijlers voor
globaal bewustzijn.
bijgewerkt op
12-11-2023
Mijn Gemene Leven
Annual Position Paper 2022
manhattan project 3.01
renergetic copyright: 1998
NL 3022 BL 54 last update:
12-11-2023
disclaimer
faq contact