INLEIDING


Een fundamentele discussie over mens en maatschappij is
in deze tijd meer dan ooit
bittere noodzaak.

Een stelling die het op 't eerste gezicht misschien aardig doet,
maar die even goed een dooddoener kan zijn.
Immers, er wordt al zoveel gepraat over mens en maatschappij,
over rotte structuren en ongelijke machtsverhoudingen,
over rijk en arm,
links of rechts voorrang.

Er wordt veel gepraat, er worden veel meningen geuit,
er zijn nog nooit zoveel waarheden verkondigd als

vandaag-de-dag.

En onze oren staan alleen open voor mensen die met dezelfde tong spreken als wij.
Naar wat een ander eigenlijk wil zeggen wordt niet geluisterd.
Vaak zit die zelfs voor een woord gezegd te hebben al in een hokje,

want:

Ik heb een goede opvoeding gehad, dus .....
Ik ga al heel wat jaartjes mee, dus ........
Ik heb geleerd dat ...., dus .............
Ik heb een slechte opvoeding gehad, dus ...


Omdat bij het schrijven woorden zwaar gaan wegen voor mij,
èn omdat ik vind dat de uitgangsstelling niet zomaar
onder tafel mag verdwijnen, wil ik proberen
de stelling wat te verduidelijken:

Met een discussie bedoel ik
een open gesprek, waarbij de deelnemers zich proberen in te leven
in de verschillende opvattingen,
zich willen verdiepen in hoe die opvattingen gegroeid zijn.


Met een fundamentele discussie over mens en maatschappij
bedoel ik een gesprek dat verder gaat dan
alleen maar enkele uiterlijke verschijnselen;
een gesprek waarbij de verworven oordelen over
mens en maatschappij
aangesneden kunnen worden;
of misschien wel losgesneden.
Een gesprek waarbij de deelnemers op zoek willen gaan
naar wie die mens eigenlijk is;
hoe die mens er in vredesnaam in geslaagd is
zo'n rammelende maatschappij in elkaar te zetten
Een gesprek,
waarin deelnemers zich volledig discutabel durven stellen.

Met deze tijd bedoel ik een tijd
waarin de mens zich zelf niet meer schijnt te herkennen,
een tijd waarin politieke en economische machten de mens overspoelen,
een tijd waarin technologie, specialisatie en automatisering
de mens vervreemden en mentaal doen verzinken in
een grauwe amorfe massa, die ogenschijnlijk
vrolijk meehuppelt, de handjes in de lucht,
en applaudiseert zodra het lampje brandt.

Meer dan ooit heeft de mens zichzelf,
de maatschappij, de natuur
in een hoogst penibele situatie gebracht.
Wil hij daar uitkomen, dan zal een fundamentele discussie
een noodzaak zijn, die hoogstwaarschijnlijk bitter is.

Met ons vorige rapport hebben we de bedoeling gehad,
deze discussie op bredere basis aan te zwengelen.

Tweeledig 'op bredere basis'.

Enerzijds willen we
er niet alleen binnen het VJV over praten,
maar er ook mee naar buiten gaan,
naar de subsidiegevers en instellingen
op het gebied van welzijn;

anderzijds willen we
daar waar deze discussie op een enge
doctrinaire of dogmatische leest geschoeid is,
de basis verbreden.

ik geloof dat dat óók een taak is van
vormingswerk.
Het VJV kan alleen maar functioneren
wanneer het in een duidelijke en
open relatie staat met de omringende wereld.
Het kan niet de ogen sluiten
voor bijvoorbeeld discriminatoire verschijnselen.
Evenmin kan het de ogen alleen maar gericht houden op
"creatief spelevaren" met subsidiabele groepen.

Ik heb het gevoel dat men zich op dit moment
zowel binnen als buiten het vormingswerk
vaak blind staart op één facet van menselijk leven.

Dat kan dan gemakkelijk ontaarden in bijvoorbeeld:
structurenbijterij,
normenvastklamperij,
een autoritaire opstelling,
een laissez-allerhouding of
maniakale voetbalsupporting.

Ik vind al deze houdingen even kwalijk
en kan me niet aan de indruk onttrekken dat ze vaak ontstaan
door een denken
dat de spanningen tussen de krachten in de individuele mens
naar buiten projecteert als
machten die een zelfstandig leven leiden;
een denken
dat wel kan leiden tot vervormende en vervreemdende effecten,
maar nooit tot een nieuwe mens in een vrije wereld.

Ik geloof dat we pas tot een wezenlijke
taak- en doelstelling
kunnen komen als we ons binnen de verschillende stromingen in
het vormings- en welzijnswerk
met deze vragen bezig gaan houden.

Binnen het VJV-Bollenstreek willen we alle deuren openhouden.

We zijn ons ervan bewust,
dat we een flinke kou kunnen oplopen.

Jan van Hensbergen
VJV-Bollenstreek
 

Index
Vormingswerk Jong Volwassenen