Phiny's Philology:
de achterkant van het gelijk

 

1984:   het uiterste gevraagd

de kaligaar     de wadem

 

"Als ik in een misstand trap gaat geen zee mij te hoog", aldus de heer O.B.B, te R.

Wanneer men zijn blikken over dit tranendal laat glijden krijgt men allicht een ongerechtigheid in het oog waarvan men lelijk opkijkt. Ik voor mij, zal dan niet rusten, voordat mijn edelste gevoelens ontwaakt zijn, want-als ik door een gevoelige snaar getroffen word, sta ik nergens voor en ga er dwars doorheen. Men kan een heer niet ongestraft doodverven.

Dat is dan ook de reden, dat ik onmiddellijk aangetrokken werd door de hoofdfiguur die mij door Het Uiterste Gevraagd meesleepte. Onstuimig zat ik aan mijn stoel gekleefd, en zijn edele strijd werd de mijne.

De opgeworpen achtergronden waren zó diep, dat ik niet kon geloven wat er niet met hem, maar met mij gebeurde. Daardoor waren mijn gedachten niet bij het gevecht, zodat ik er geen erg in had, dat ik was neergeslagen. De hitte had mij de das omgedaan en ik kon een speld in een hooiberg horen vallen.

Ach, dat waren gelukkige uren.
Welk een verademing een boek te lezen, dat opgeluisterd wordt door de misstanden die men zelf bestrijdt!

 

 

 

de gekikkerde vorst; de unistand.


virtuele hangplek voor
bewoners & betrokkenen van pc-area
nl 3022, de meineszhood, rommeldam,
waar marten toonder & phiny dick
bijna honderd jaar geleden opgroeiden.

 


marten toonder
"
de grootste rotterdammer"
?