amg-koepelberg/archief.vh/1921/bakkers-bondscourant,
officieel orgaan van den nederlandschen bakkerbond: 4 januari 1921.
bakkersbond waarschuwt reeds in 1921, 3 jaar na de eerste wereldoorlog, voor economisch verval.

Duurtebestrijding?

De dalende graan- en meelprijzen hebben het natuurlijk gevolg, dat de broodprijzen eveneens dalen. En niet alleen in ons bedrijf, doch in tal van bedrijven doen zich dezelfde verschijnselen voor als in het bakkersbedrijf.

Tegenover de kapitalen, die in oorlogstijd zijn gewonnen in vele groote handels- en industrieele zaken, komen thans de enorme verliezen die geleden worden te staan. Men duizelt, wanneer men de bedragen hoort noemen. Niet alleen, dat zeer vele beursspeculanten thans groote verliezen lijden, ook de groot-zakenmenschen gaan thans niet over rozen.

De kleinzakenman en de winkelier, die nog met dure voorraden zitten en zich gedwongen zien hun prijzen te verlagen om erger te voorkomen, zij hebben het niet minder zwaar te verantwoorden.

Zij, die voorspeld hebben, dat de moeilijke tijd eerst na den oorlog zou komen en de klaagtonen die in den oorlogstijd gehoord werden, overtroffen zouden worden, door die in eerste jaren na den oorlog, zij hebben schoon gelijk gehad.
Deze tijd is voor velen, zeer velen zelfs er een, die hen naar den ondergang voert.

Vele bedrijven worden reeds stop gezet of kondigen in de aller naaste toekomst een sluiting van de fabriek aan, waardoor vele arbeiders werkloos worden.
En zij die thans jubelen, omdat de prijzen dalen, waarna zoo lang is verlangd, en zoo licht geneigd zijn die duurte toe te schrijven aan hen, die er lang niet de meeste schuld aan hebben, of er geheel onschuldig aan zijn, het kon best zijn, dat die jubelklank wel eens veranderen kon in een geweeklaag.

Die het artikel van Mejuffrouw Mr. E. C. van Dorp, de bekwame economiste, over de oorzaak van de duurte gelezen hebben, zij hebben daarin kunnen zien, dat de duurte aan andere oorzaken is toe te schrijven, dan aan prijsopdrijving van den laatsten schakel tusschen den groothandel en het publiek, den winkelier, of kleinhandelaar.

Nu weten wij zeer goed, dat het een vechten tegen de bierkade is, om b.v. hen die den middenstand overbodig achten, te overtuigen van het nut, dat gelegen is in een krachtigen middenstand. Voor hen zijn deze regelen dan ook niet geschreven.

Doch vreemd deed het ons aan, dezer dagen kennis te nemen van eene circulaire, gericht tot de leden der scheepvaartvereenigingen "Noord en Zuid", waarin gelden gevraagd worden van die leden werkgevers tot een bedrag van ƒ 2.000.000 6 pCt  leening, tot oprichting van warenhuizen ter bestrijding van de duurte.

Wanneer wij die circulaire lezen, dan komt het ons voor, dat een andere oorzaak aan dat pogen tot duurtebestrijding ten grondslag ligt. Het schijnt namelijk, dat de groote scheepvaartvereenigingen die n.b. zelf mede oorzaak van de duurte zijn, en voor geen klein deel ook door de exhorbitante hooge vrachten, het thans op andere boeg willen gooien.
In den oorlogstijd zijn er schatten verdiend. Het personeel heeft men kunnen tevreden stellen én moeten tevreden stellen door de looneischen in te willigen, die gesteld werden op grond van die duurte.

Het schijnt nu dat de daling der prijzen, de scheepvaartmaatschappijen niet vlug genoeg gaat, niet geleidelijk genoeg. En om deze daling nu te bevorderen - doch daardoor te ontkomen aan nog hooger gestelde of te stellen looneischen - zal worden opgericht een Naamlooze Vennootschap tot exploitatie van Volkswarenhuizen, ter bestrijding van die duurte, mede door hen zelf veroorzaakt.

Hier ziet men dus het verschijnsel, dat die Maatschappijen die door en van den handel moeten leven, uit zuiver eigenbelang doch onder de schijnvertooning van het algemeen volksbelang te dienen, dien zelfden handel gaat bestrijden.
Nu is het waar, dat het algemeen belang het best gediend wordt, wanneer er het eigenbelang mede gepaard gaat.

En uit de circulaire is dit dan ook vrij duidelijk te lezen .
Wanneer nu van deze warenhuizen alleen gebruik gemaakt werd door hen, waarvoor zij heeten te worden opgericht, dan was er iets voor te zeggen.

Doch dit weten wij nu eenmaal wel beter.
Bij volksconcerten tegen verlaagd entree behoort ieder tot het volk.
Zoo gaat het precies met dergelijke winkels of warenhuizen.

En de bakkers weten beter dan iemand anders voor wie in hoofdzaak het bruinbrood gediend heeft. Het beste wittebrood werd gehaald uit den winkel, bijv. het bruinbrood verscheen op de ontbijttafel van hen, waarvoor het niet in hoofdzaak was bestemd.

Nu zijn wij wel niet zoo bevreesd voor die warenhuizen. De gebouwen van de Dageraad staan juist dezer dagen, in de courant ten verkoop aangekondigd. De distributietijd heeft ons doen zien, wat er van terecht komt wanneer onbevoegden winkeltje gaan spelen.

Om maar enkele voorbeelden te noemen:

Deze goocheltoeren noemt men Prijsregelend optreden.

Het gaat hier evenwel om het beginsel, het vreemde verschijnsel, eene bestrijding van de duurte door dezelfde scheepvaartmaatschappijen die
en in niet geringe mate ook zelf aan die duurte schuldig staan.

Wij laten thans de circulaire volgen: Aan de leden der Scheepvaartvereeniging "Noord en Zuid"

wikipedia over eerste wereldoorlog - interbellum - tweede wereldoorlog