vorige - index - volgende
1992, Burgemeester Meineszlaan 54, Nieuwe Westen, Rotterdam.

Alles of Niets

[bewerkt dagboekfragment]
Vanmiddag naar Lisse toe. Dirk belde gisteravond dat hij al op de Heereweg was en we vandaag zo tussen 13:00/14:00 met z'n vieren om de tafel konden gaan zitten. Deze week 8 januari 1992 aan de telefoon met Bep s'avonds om 22:15, hadden we al geconstateerd dat we, nu Bart uitzaaiingen heeft en het wachten was op het AZL, de balans maar weer eens op moesten maken.
Het zou prettig zijn als er wat duidelijkheid kwam, met het uitzicht op nog een ronde medische ingrepen, over hoever Bart daar mee door dacht te willen/kunnen gaan. Wat te doen als hij in coma raakt? De staat van het huis is ook een groot probleem. Je steekt zo her en der al een schroevendraaier door de kozijnen. Bep en Bart kunnen het onderhoud beiden niet aan.
En dan nog die toestanden met Moe. Ze leeft ongezond, rookt en drinkt teveel en sinds Bart ziek is, lijkt ook zijzelf een groot risico te lopen ergens aan onderdoor te gaan. Het is een probleem waar ik Bart niet graag over aanspreek, want die heeft het al moeilijk genoeg, maar: Wat te doen met moeder? Die maakt het ons allemaal niet makkelijker met haar gedrag. Als we daar nu niet over praten, nu die nog mee kan denken en wie weet, misschien wat invloed kan uitoefenen, wanneer dan wel?
Jan zet me af op de Heereweg en gaat op de koffie bij zijn moeder in de Zeestraat, tot ik hem weer bel.
Als ik de hoek omloop en een blik in de eetkamer werp zitten Bep en Bart, net wakker lijkt wel, gedeprimeerd voor zich uit te staren. Als Bart me ziet probeert ie toch te glimlachen, Bep zit met haar blik op oneindig de tuin in te staren en vertrekt geen spier.
Nog voor ik naar binnen stap vrees ik al meteen van alles en denk, Jezus man, wat is hier nou weer gebeurd? Dat wordt weer op eieren lopen.
Binnen eerst hallo gezegd in de eetkamer en gevraagd wat zij dronken en of ze al gehoord hadden of Dirk wakker was. Daarna in de gang even geluisterd of er boven al wat leven was en in de keuken water op gaan zetten voor een pot thee. Ik leg de cd van de Red Hot Chili Peppers voor Dirk op tafel en Bep doet nu ineens alsof ze geïnteresseerd is in onze muziek en pakt meteen de cd op, haalt hem eruit en doet hem in hun draagbare cd-speler. Het volume net iets te hard, zo van; Even toegankelijk worden voor de jeugd. Even tonen hoe ontvankelijk ik nog ben voor de jeugdcultuur. Terwijl ze nooit is geïnteresseerd in wat voor muziek wij echt goed vinden. Hardcore- Speed- en Trashmetal? Ze weet niet wat het is:)
Wachtend op het theewater en Dirk die inmiddels z'n ontbijt staat te maken in de keuken, vertel ik ze wat over onze nieuwe huisvesting, op de Meineszlaan in de wijk het Nieuwe Westen. Dat alles tot nu toe voorspoedig loopt en we binnenkort de sleutel krijgen.
Bart gaat er de meest voor de hand liggende vragen door stellen, over de grootte van het huis en de tuin etc. maar Bep negeert me nog steeds een beetje, schijnt geen woord uit te kunnen brengen. Ik weet niet waardoor en heb geen idee wat er speelt, maar ze staat onder hoogspanning en heeft moeite haar tranen te bedwingen. Dirk komt de eetkamer in en hij zet het volume van de cd-speler wat lager. Ze reageren verder nauwelijks op ons gedrieën gaan samenwonen. Lijken niet echt speciaal blij voor me. Onderwerp afgesloten.
Omdat ze verder hun mond niet open doen, praat ik door en maak wat alledaagse opmerkingen waar ze soms bevestigend op reageren, of het met een vrolijke noot op een tweede plaats zetten, maar ik merk dat ze alle drie nogal een afwachtende houding blijven aannemen. Alsof deze samenkomst enkel door mij tot stand is gekomen. Niemand neemt het woord.
Nou, laat ons maar eens even horen wat je te vertellen hebt dan, dat er vandaag een afspraak voor gemaakt moest worden. Zo zitten ze erbij.

Dit zal een ander gesprek worden dan die eerste keer dat we bij elkaar kwamen, nadat hij de diagnose kanker kreeg in 1989. Ik voel de zware verantwoordelijkheid het gesprek te moeten gaan dragen en probeer maar meteen het beestje bij de naam te noemen: "Ja, euh, Dirk is vorige week bij me geweest en toen zijn we al pratende met elkaar over de nieuw ontstane situatie, tot de conclusie gekomen, dat er best nog wel wat onduidelijkheid heerst over het een en ander. We zaten eigenlijk allebei te wachten op een gesprek waar alles nog eens duidelijk op een rijtje kon worden gezet."
Bart interrumpeert me al meteen en vraagt wat voor onduidelijkheden er dan nog waren.
Ik zeg dat ik wel veel gehoord heb; Dat Dirk klaarblijkelijk de financiële taken op zich zal gaan nemen en dat het huis toe is aan groot onderhoud. Wat de eventuele plannen van Bep zijn. Maar dat dit alles nog niet met z'n vieren was besproken.
"Ik wil ook gewoon weten hoever je nu door wil gaan met behandelingen en wat je verwachtingen zijn." Ga ik verder. "Het is toch niet leuk als je later, als alles eenmaal gaat lopen, voor keuzes en beslissingen komt te staan? Wat wil je bijvoorbeeld dat wij doen als je in een coma terecht komt?"
Bep ziet dat Bart het er moeilijk mee heeft en neemt het meteen over, zodat hij z'n tranen kan onderdrukken en niet hoeft te antwoorden.
“Voor goede raad en begeleiding kunnen we bij onze huisarts terecht!” Zo van, daar hoeven wij nu niet over te praten, dat vertelt dokter Sedelaar ons dan wel!?
Zonder de rol van en hun vertrouwen in de huisarts te bagatelliseren zeg ik dat we er toch ook met z'n vieren over konden praten, nu pa nog goed is?
Bart zegt dat ie er zelf nog geen duidelijke gedachten of mening over klaar heeft. Hij wil alles grijpen wat ie kan m.b.t. de medische mogelijkheden die het AZL biedt, maar wanneer die er een punt achter moest zetten, kon die niet vertellen. Dus!
Minutenlange stilte, met de voor deze gelegenheid ontoepasselijke muziek van de Chili Peppers op de achtergrond. De een slurpt verder van z'n thee, de ander geeft een kat aandacht, moe plukt oneffenheden van het tafelkleed en schenkt weer een portje in. Ik draai nog een rokertje. Bart wil klaarblijkelijk afgelost worden en kijkt moe aan; "Bep! Wat vind jij d'r van?"
"Als Bart dood is dan is het huis vrij." Zegt ze. Van het geld dat er daarna vrijkomt wil ze het huis zo goed als helemaal laten opknappen, want ze wil er blijven wonen na Bart's overlijden.
"Dan is het huis van mij en niemand praat of krijgt me eruit. Het huis is van mij en de kinderen... Voor ons een thuis."
Toen ze het over een thuis voor ons drieën had begon ze te snotteren en terwijl ze haar neus snuit gaat ze verder: "Maar moeten jullie nou eens luisteren. Jullie kunnen dan wel praten over onderhoud etc. maar, jullie zijn zelf ook liever lui dan moe. Hoe moeilijk is het nu om die heg eens te snoeien?" Ja hoor, denk ik, daar begint ze weer, niet ingaan op de vragen maar de boel afleiden en over ons beginnen. Ik zeg: "Nou, het gaat me nu niet om de heg hoor, dat is een klusje dat zo geklaard is. Maar als dat je probleem is, dan is dat toch ook goed? Dan doe ik het huis en de tuin en even de heg en dan ben ik klaar en weer weg!" (De heg is bijna veertig meter lang, en die snoeien we met de hand. Wel een groot huis maar geen geld voor een elektrische heggenschaar. Het gras maaien we ook niet elektrisch. En 'we', dat zijn dan Bart, Dirk en ik, want dit zijn natuurlijk klusjes die Bep niet klaart.)
Bart hoort ons aan en snuit zijn neus. Dirk mengt zich nu gelukkig ook in het gesprek. Hij wijst ons op wat praktische zaken. De auto was niet meer betrouwbaar, die startte een keer niet toen we naar het ziekenhuis moesten.
Toch wil het gesprek maar niet echt op gang komen.
Pa zegt dat ie bedenktijd nodig heeft voor mijn vragen, die door hem eigenlijk onder de afdeling "Euthanasie en Begeleiding" werden geplaatst. Het enige dat hij van ons vraagt, is dat wij hem bijstaan in die laatste strijd voor nog dat beetje 'kwaliteit van leven'.
Hij wil afspreken een volgende keer verder te praten, over de onderwerpen die 'de revue waren gepasseerd' en wilde het niet al te ver plannen; vrijdag 17 jan. 1992 komen we weer bij elkaar en zal ik koken.
Ik stel voor: "Als we dan wat gespreksonderwerpen voor onszelf op papier zetten, dan horen we vrijdag wel waar iedereen het over wil hebben." Dirk en Bart zien er de praktische kant wel van in en zijn makkelijk overtuigd. Maar als Bep me hoort over lijstjes, wordt ze meteen onrustig. En terwijl ze weer begint te tranen, zie ik hoe ze zich in haar bewegingsvrijheid belemmerd voelt. Poeh, ik raak alweer een gevoelige snaar.
"Iedereen die dan met een lijstje moet komen, ik weet het niet hoor, is dat echt nodig? Vind ik een beetje te ver gaan!" Zegt ze.
Ik zit te klapperen met m'n oren. Hoe moet ik hier nou mee om gaan? Wat zit ze nu met haar 42 jaar de boel weer te frustreren? Zij die me al die jaren gepest heeft met haar hoge eisen, afspraken nakomen, lijstjes overdragen, controles van boodschapbonnetjes, huiswerk, muziekstudies en kasboeken, kan het niet verkroppen als iemand haar wat opdraagt. Gewoon een paar gesprekspunten op een rijtje zetten zodat we er over kunnen praten. Er is er hier maar één die bevelen uitdeelt en dat is zij.
"Jezus zeg, we zitten hier toch niet te vergaderen, ik zit toch niet te notuleren?" Zeg ik ze. "Ma, je kunt toch wel ff op een rijtje zetten wat je wel en niet wilt?"

Ik denk, is dit nu het gezin dat zo goed met elkaar praat over alles? Ben echt totaal onthutst door hun stramme, ontoegankelijke houding. Vind het gewoon kinderachtig hoe Bep de boel zit te verstoren. Dit doet ze nou al jaren: Als zij wat belangrijk vindt, moet je niet tegensputteren of moeilijk doen en haar blindelings volgen. Als één van ons drieën iets voorstelt, gaat ze altijd kritisch zitten wezen. Ze gooit haar kont tegen de krib en gaat zitten mokken. Het blijft daardoor dus alleen gezellig hier in huis, als je haar steeds d'r zin geeft.
Ons weer beledigen en zeggen dat we geen ruk uitvoeren in huis. Ze doet zelf al helemaal niets meer in en om het huis. Zeiken als er een lijstje gevraagd word.

En Bart, die heeft 'bedenktijd' nodig? Betekent dat dan dat je verder je mond houdt, pa? Hebben ma en jij het daar dan al niet over gehad? Het is zo vervelend om weer te moeten constateren dat ze er met z'n tweeën ook niet over kunnen praten. Tragisch gewoon, dat er zo weinig ruimte is voor een gesprek. Ik moet echt alle antwoorden uit ze trekken.
Ik richt me nog één keer tot Bart: "Er zijn zaken die gaan niet verder dan het bed en de slaapkamer pa, maar hoever wil je dan gaan, hoeveel wil je dat er van die onderwerpen naar buiten komen, voor nog meer oren bestemd zijn? Ma vertelt me dikwijls over voor mij best wel zeer persoonlijke zaken die tussen jullie spelen, zoals de beleving van de seksualiteit en jouw angsten. Als ik dan bij jou weinig eensluidende berichten hoor en merk wat voor moeite het me kost om over dit soort zaken met je in gesprek te raken, vind ik het heel vervelend om ma daar steeds over te moeten aanhoren. Dat moeten jullie toch met z'n tweeën oplossen? Ik wil niet de eerst aangewezen persoon zijn voor de sores van ma!"
Dirk zou me op dit punt kunnen steunen want hij heeft meegemaakt wat voor probleem Bep was, de periode dat Bart in het AZL op behandelingen lag te wachten. Maar hij houdt zich op de vlakte. Bep op haar beurt, voelt zich een beetje verraden lijkt. Dat ik zo uit de school klap, over zaken die ze nooit met Bart heeft kunnen bespreken, maar wel aan mij en anderen toevertrouwt. De sfeer is er niet beter op geworden. Ik maak wel wat los, maar breek niets open. Het is me duidelijk dat ze tijd nodig hebben, om het allemaal even te laten bezinken.
De gedachte om ze te laten gaar koken in hun eigen sop, dringt zich weer op. Maar ik voel weerstand, alsof ik het Bart en Dirk niet kan aandoen. We hebben alle drie natuurlijk al heel lang grote moeite om haar eens ter verantwoording te roepen, maar ze gaat elke confrontatie uit de weg. Ze is eigenlijk niet te beteugelen. Haar gedrag blijft onbespreekbaar en ze heeft telkens wel weer wat te zeiken over wat haar aan ons niet bevalt. Zo'n gesprek zoals vandaag zou natuurlijk niet nodig hoeven zijn als je er, zoals ma altijd suggereert, al gewoon met elkaar over kunt praten. Dat is hier eigenlijk nooit zo geweest. Zij is degene die het meest aan het woord is, maar de rek is er nu wel een beetje uit hier. Ik snap er echt geen zak van; Wat willen ze nou van mij nog? Waarom praten ze niet?
Het is tijd om te gaan. Het benadrukken van hun relatieproblemen, terwijl ze al zo depressief zijn, geeft ze genoeg om over na te denken. Ik bel Jan maar weer.


Februari 1992.
Oké, dan zul je het wel merken, Jan. Als we met z’n drieën gaan wonen wordt mooi duidelijk wat voor waardeloos leven ik tot nu toe heb gehad. Dan zul je wel zien hoe onuitstaanbaar irritant ik kan zijn. Wat voor ochtendhumeur ik heb. Dat ik doelloos van dag tot dag leef en elke ochtend weer uitkijk naar de avond. Claudio heeft de dingetjes die hij leuk vindt, Eugène weet niet wat hij leuk vindt.
Op de Binnenweg was er wel even een "opleving" tussen ons maar dat was over, toen de problemen met Richard en Gerrit begonnen. Ik ben er ook zo dubbelslachtig over. Moet ik niet alleen gaan wonen? Alle mensen die ook aandacht van me willen. Waarom stop ik niet met alles?
In Lisse lijkt er niets veranderd. En het is zwaar om te moeten meemaken hoe Bep alles alleen maar verergert.

De Meineszlaan is z’n tweebaansweg en de middenberm kwijt, in plaats daarvan komt er één rijbaan in het midden, twee richtingen en bredere trottoirs met parkeervakken. Nu we alles verhuisd hebben naar hier, kijken we uit op een zandweg en veel stapels straatstenen die de komende tijd gelegd gaan worden. Het is lekker rustig zonder verkeer en alles wordt nieuw bestraat.
Maar meteen één van de eerste avonden, laat ik me alweer "uit de tent lokken". Na het avondeten slenteren er veel jongeren door de buurt. Onze laan is een oase van rust met z’n zandweg. Tegenover ons huis aan de overkant, wordt een stapel straatstenen bezet door een groep van 20 jongeren. Een paar van hen gooien stenen waarvan er enkele tegen ons raam terecht komen. Ik reageer meteen. Jan zegt dat ik het moet laten gaan. Als ik de voordeur open doe, hoor ik er nog één tegen ons raam komen en ik word zelf bijna geraakt. Terwijl ik op ze af loop en roep naar de overkant of er misschien iets is, begin ik hun stenen even hard weer terug te gooien waardoor ik de groep uit elkaar drijf. Eenmaal tegenover ze, krijg ik sorries en excuses: "Het was niet persoonlijk bedoeld, meneer". (Wow, meneer! Nu al? Ik ben 25:)

Een tijdje later wordt er een vrouw in elkaar geslagen. Net voor ons huis, tussen twee geparkeerde wagens, zakt ze in elkaar en Jan wil gaan helpen. Nu waarschuw ik hem, zich er niet mee te bemoeien. Maar hij stapt al naar buiten. Als die weer terug komt is die verbolgen. Hij hielp haar overeind maar ze wilde verder geen hulp. Ze ging gewoon weer achter haar vriend aan, die was doorgelopen nadat ie haar wat vuistslagen had gegeven.

Dagboekfragment: Terug in Lisse.
Begin me klote te voelen, figuurlijk, na die AZL periode van Bart, de situatie in Rotterdam, alle energie die ik in Lisse stop en die Bep en Bart wegnemen, ik ga er meer van blowen.
Vroeg opgestaan vanmorgen, eerst de boodschappen gedaan. In de middag aan de tuin begonnen. De voorkant gemaaid, geharkt en troep verwijderd. Daarna verder met de achtertuin. In m’n achterhoofd hield ik er rekening mee, dat ik ook nog moest koken voor Bep en mij. Maar als ik het laatste stukje heb gemaaid en even een sjekkie draai, hoor ik haar thuis komen uit de kroeg. Ze roept naar me dat ze iets voor zichzelf gaat klaarmaken en gaat eten bij Bart, in de woonkamer. Ik zeg, maakutuit in mezelf en "Goed joh, doe maar!" Tegen haar. Maar ze is alweer vertrokken naar de keuken en hoort me niet. Ik baal. Ik hark de laatste boel bij elkaar, veeg nog wat en ruim alle gereedschap op. Maar als ik de eetkamer voorbij loop zie ik dat ze alleen zit te eten, met de tv aan en niet bij Bart. Ze heeft alleen voor zichzelf gekookt. Wil Bart alleen zijn, of kijkt hij een programma dat Bep niet wil zien? Hebben ze ruzie?
Nog een sjekkie gedraaid, maar ik was moe en leeg. De honger eiste zijn tol en ik begon me een beetje eenzaam en verlaten te voelen. Geen zin of behoefte om Jan of Claudio te bellen. Toch maar wat gaan klaarmaken in de keuken. Lekker stukje vlees aangebraden met knoflook, courgette, champignons en een uitje. Maar als Bep er lucht van krijgt, staat ze ineens achter me in de keuken: "Ooh, wat ruikt het hier lekker, ff klein stukje Eus!" En zonder het te vragen prikt ze een stuk vlees uit de pan. Als ik met bord en al in de eetkamer wil gaan eten, komt ze weer binnen en presteert het om nog twee stukken van m’n bord te snaaien. En weg is ze weer, naar Juffermans.

Dit weekend is de reünie van pa z’n familie in verenigingsgebouw "De Kleine Engel". Door Bart z’n toestand blijven ze thuis, maar ze willen dat Dirk en ik ernaartoe gaan. Als Dirk en ik beneden na de afwas t.v. zitten te kijken en de ouders in bad horen gaan, krijgen we steeds minder zin om nog weg te moeten. Dirk ziet er tegenop om de hele familie weer onder ogen te komen en alleen maar over de toestand van Bart te moeten praten. Ik val hem bij, we zitten net zo rustig, even geen gedoe. "Zal ik even gaan zeggen dat we ook thuis blijven?" Stel ik voor.
"Nou ik ga wel even mee joh, da's wat makkelijker misschien!" Zegt ie.
We zoeken ze op boven en stappen de dampende badkamer in. "We zijn wel moe van vandaag dus we gaan niet meer weg, hoor!" Deel ik ze mee.
Nou, dat viel dus helemaal verkeerd. Bart diep beledigd, Bep uiteraard ontsteld. En ik krijg de wind van voren.
"Jullie weten hoe belangrijk de familie is voor je vader, maar het is ook jullie familie, jongens!" Zei Bart. Bep valt hem bij: "We zouden het toch wel prettig vinden als jullie even naar de reünie hierachter lopen en Bart gaan vertegenwoordigen, jullie zijn z’n zonen!"
Ze vindt het een belediging voor Bart; hoe durf ik me als oudste zoon zo te onttrekken aan wat van mij verwacht wordt?
En ik denk, ik ben toch weggelopen van hier? Weet ze dat niet meer?
Bep gaat zo gepikeerd door, dat Dirk allang z’n mond niet meer durft open te trekken. Weer iets over de verantwoordelijkheid van zonen. Weer op een moment dat het hen uitkomt. Ja jongens, dat wisten jullie nog niet want dat is nog nooit voorbij gekomen in jullie opvoeding, maar zo dien je te handelen als vader ziek of bedlegerig is. Je vertegenwoordigt hem, als er zich familieaangelegenheden voordoen. Bart zit te zweten in bad, Bep met peuk en port, op de rand ernaast, badend in zelfgenoegzaamheid. Jongens, wat stellen jullie ons weer teleur.

Waarom drammen ze zo door? Ik krijg het vermoeden dat ze ons weg willen hebben. Sinds de amputatie van z’n rechterbeen heeft Bart al erectie stoornissen. Dat heb ik niet van pa zelf gehoord natuurlijk, maar van ma die ongevraagd de meest intieme details blijft delen. Maar goed, ze willen natuurlijk weer een poging wagen, want hij had er Viagra voor gekregen. Ze dachten daar dus de tijd voor te hebben als wij vader gingen vertegenwoordigen op de reünie vanavond. Voor een potje neuken spreken ze ons aan op ons familie gevoel. Nix op tegen dat ze het met elkaar willen doen, maar dan hoeven ze ons toch niet weg te sturen? Dan gaan ze toch lekker op hun slaapkamer liggen?
Nu heb ik al helemaal geen zin meer. Ik kan net zo goed terug gaan naar Rotterdam.
Ik ben hier om Bart bij te staan en de boel een beetje schoon en opgeruimd te houden. Niet om weer mee te draaien in dit gezin of de familie.
 

Jan en Claudio halen me op voor het feest van Ellen en Ernst. We rijden met z’n drieën naar het clubgebouw van de studenten roeivereniging in Amsterdam waar ze hun feest geven. Als we daar aankomen zijn Marco en Marian er ook al. Mac heeft pillen bij zich. Na nog geen kwartier droppen we een XTC-pil en als die binnen begint te komen willen we al snel ook meer wiet. Marco vraagt de wagen van Jan en ik ga mee Amsterdam centrum in. Claudio blijft met Jan op het feest. Als Marco en ik aankomen op de historische locatie waar ooit, ik weet niet hoelang geleden, de eerste "Coffeeshop" van Nederland z’n deuren opende, parkeren we voor de shop en ik ga ff wiet scoren. Binnen staat de muziek keihard aan en baadt de hele zaak in schel neon en TL. Doorlopend naar boven merk ik, dat het ook hier helemaal is uitgestorven. Bij de balie waar je wiet kan kopen, zie ik de dealer uitgeteld op een bankje liggen. Keiharde stamp muziek, maar hij slaapt er gewoon doorheen. Zonder hem aan te raken roep ik wat maar als hij niet meteen wakker wordt, loop ik terug naar de wagen. "Hé Mac, hij ligt te pitten, ik krijg hem niet wakker!" Marco laat de motor draaien en loopt achter me aan mee naar binnen het lawaai in. Boven bij de balie en de slapende dealer zegt ie: "Ga voor hem staan, zorg dattie niet wakker wordt!" En voor ik weet wat er gebeurt, zie ik Marco al over de toonbank springen en als een gek alle laatjes en kastjes opentrekken. Ik schrik me rot van zijn actie en draai me om naar de slapende man, shit wat gebeurt me nu? Helemaal high van de XTC staar ik besluiteloos naar de slaper. Er is nog geen minuut voorbij als we merken dat er beneden vijf Franse toeristen binnen komen lopen. Marco springt snel weer terug over de toonbank, nog voor ze doorkrijgen dat ze boven moeten zijn. Ook de dealer komt nu bij uit z’n coma. Ik buig, met m'n handen leunend op m'n knieën, voorover en probeer hem meteen het idee te geven dat hij door mij is gewekt met de vraag, of hij ons nog wat mag verkopen zo laat op de avond. Marco doet ondertussen amicaal met de net binnengekomen Fransen en als de man achter de toonbank kruipt om ons te helpen, pak ik snel de wiet-menu-kaart van de balie erbij en zeg dat wij eerder waren. De dealer is totaal verward en overdonderd. Zag hij nou iemand achter de bar vandaan komen of niet? Marco bestelt wiet en betaalt met het geld van de dealer, ik koop ook nog wat en we vertrekken zo snel mogelijk.
Toen de man ons hielp keek ie al zenuwachtig om zich heen, maar we waren weg voor die het merkte en lieten hem achter met de Franse toeristen in al hun onwetendheid. Misschien heeft hij hen wel overgeleverd aan de politie, terwijl ze totaal niet door hadden wat er gebeurde, net voor ze hier naar binnen stapten.
Terug in de wagen draait Marco om en we parkeren even aan de overkant op de parallelweg met uitzicht op de shop.
Als we stilstaan schiet me ineens de ontmoeting te binnen die ik hierachter had, met een fotograaf van "mannelijk schoon". Een dove man had een advertentie gezet en Jan-Ate vond dat Clau en ik daar op moesten reageren. 50 gulden konden we ermee verdienen. Artistieke naaktfoto’s… Tijdens het voorgesprek in zijn woonkamer zag ik op de schouw van de open haard een prachtige bronzen Satyr staan. De man maakt ons eerst duidelijk maar om één "model" gevraagd te hebben en ik voelde meteen de drang opkomen het beeldje mee te snaaien. Hij krijgt twee jongens voor de prijs van één, wat zeikt ie nou. Maar boven in zijn studio bleek al snel dat hij Claudio mooier vond en alleen met hem verder ging. Niet lang daarna stond Clau met z’n blote reet in een gaymagazine.
Marco is klaar met tellen en geeft me 200 gulden: "Shit man, wat had jij nou?" Vraag ik hem terwijl ik doorkrijg waar we net aan zijn ontsnapt. "Hahaha, even de dagopbrengst jatten. Het leven is duur, toch? In de kassa zit nooit alles, dat bergen ze ergens anders op! Dus!" "Waar vond je het dan?" "In het vriesvak!" "Alle 700 gulden?" "Alles zat in het vriesvak, joh. Voel je niet hoe koud het is man!" Daarna nog even doorgereden naar een andere shop in het centrum en weer snel terug naar het feest.

Er hingen toen nog niet zoveel camera’s overal zoals tegenwoordig, anders waren we in het ergste geval in "Opsporing Verzocht" voorbij gekomen; Twee snelle jongens in een Ford Fiësta waar ze het nummerbord van tonen. Jan’s Ford. De ene die bij binnenkomst een slapende dealer gewaar wordt en daarna iemand erbij haalt. Vervolgens lijkt nummer één de slapende eigenaar onder dwang te gaan houden, terwijl de ander atletisch over de bar naar achteren toe schuift. Dan het binnenkomen van meer klanten en het ontwaken van de verwarde eigenaar, die met de groep toeristen achterblijft, terwijl de twee blonde jongens de zaak verlaten.
Jan kon het niet waarderen wat we gedaan hadden.


Stooned, lethargisch op m'n nieuwe kamer. Foto: Claudio Bartolozzi.

1993.
Parkpop Rotterdam met z’n drieën bezocht. Camera mee. Als Claudio niet zo sacherijnig was geweest, had ik bij Jan en Claudio blijven staan. Nu zocht ik naar steeds betere locaties om foto’s van The Pumpkins te schieten. Tegen het einde van hun show klim ik een hek op, waar ik zicht heb op de ruimte achter het podium en zie Jimmy, James, Billy en D’Arcy bijkomen en de toegift met elkaar bespreken. Als ze de trap terug naar het podium oplopen zwaaien ze. Tijdens de toegift kruip ik door een kier in het hek verder door naar achteren en sta op het backstage terrein. Terwijl de laatste akkoorden van "Silverfuck" klinken, stel ik me strategisch op. Als ze terugkomen houd ik m’n camera klaar en wil achter ze aan lopen. Maar als Billy Corgan zich ineens omdraait blijf ik bewegingsloos staan, schiet één foto en blijf hem verder verlegen aankijken, ik zwaai niet eens.
Billy draait zich lachend om en loopt weg.


James, Jimmy en d'Arcy.

Billy Corgan

Marie-Louise heeft gebeld. Of we een keer haar geyser willen terug brengen. Die hadden wij nog bewaard, toen we allemaal uit de H.A.L. moesten vertrekken.
De laatste keer dat we haar zagen was ze nog met Zoot en hebben we gegeten en gedronken in 'De Balie' waarna we met z'n vijven 'Liefhebber' van G.J. Reijnders gezien hebben in de Stadsschouwburg op het Leidse Plein. Toen had ze nog een baantje in de bloemen. Maar dan niet zoals ik, oogsten op het land of boeketten samenstellen in de schuur; Marie gebruikte de bloemen om drugs in te verstoppen.
Een paar dagen nadat ze dit vertelde, lazen we een bevestigend bericht in de volkskrant: 'Drugsvondst op Schiphol, zes kilo cocaïne in partij snijbloemen in kunststof kokers'

Ze heeft nu een nieuw adres in Amsterdam en snakt naar een douche. Jan en Claudio komen me met de geyser in de achterbak ophalen in Lisse en we gaan op visite. We drinken en praten wat bij. Ze heeft een nieuwe vriend en we leggen ze uit dat de geyser nog wel schoon gemaakt diende te worden, omdat ie een tijd niet in gebruik is geweest. Maar dat was geen probleem; haar vriend wist wel hoe je een geyser moest installeren.
Na een gezellige avond brengen Jan en Claudio me weer terug naar Lisse. De volgende morgen krijgen we telefoon van Zoot. Die was in Amsterdam weer gebeld en naar het adres van Marie-Louise geroepen. Marie en haar vriend zijn nog diezelfde nacht overleden door koolmonoxidevergiftiging. Toen Zoot aankwam op het adres stond de voordeur open en stroomde er nog wat water naar buiten de straat op. Binnen werd duidelijk dat de twee gisteravond al de douche in elkaar hadden geflanst, zonder goede ventilatie en een geyser die niet eens goed schoongemaakt was. In de douchecabine heeft Zoot ze zien liggen, twee in elkaar gezakte grijze lichamen, van een nacht onder een stromende dampende douche. Marie-Louise had een moeilijk relatie met haar familie, we zijn daarom niet naar haar begrafenis geweest.

mariepain.bmp (6699054 bytes) 
Marie: 'Unframed'                          Marie:  'Handaye'

Weer in Lisse nodig ik Jan en Claudio een paar dagen later uit voor het eten met Bep, Bart en Dirk.
Bep lijkt gelukkig en praat honderd uit. Nu Dirk en ik volwassen zijn, zit ze te genieten van hoe goed ze het als ouders hebben gedaan.
Dat ze zo trots is op haar jongens. Ik weet wel beter, maar Dirk nog niet.
In Wageningen had ze met m'n broertje in de kindercrèche altijd veel plezier met de kleintjes van anderen.
In de Kievitstraat, bij alle pleegkinderen die er in huis kwamen, hetzelfde onberispelijke gedrag. Die hebben het ook allemaal beter gehad dan m'n broer en ik. De pleegkinderen waren naast haar bron van inkomsten, want ze verdiende verder niet zoveel met wat ze deed, ook een goede manier om het gestuntel met haar zonen te compenseren, want Bep vond zichzelf een goede moeder, ondanks dat het bij Dirk en mij niet aansloeg.
Natuurlijk hebben sommigen van hen, Sandra en Henk in ieder geval, wel gemerkt dat ze niet de makkelijkste was, maar alleen tegen Albert (Appie) is ze toen behoorlijk tekeer gegaan. Bij die knul zag je de onverenigbaarheid van karakters duidelijk uit de hand lopen. Een onverenigbaarheid die ik natuurlijk zelf ook al jaren voelde. Maar nu na deze avond nog meer.
Ja joh, je weet toch, wij praten al jaren zo goed met elkaar in dit gezin. Dirk en ik zijn altijd heel serieus genomen en ook als kinderen al overal bij betrokken: Gaan we verhuizen of niet? Of, is dit pleegkind leuk genoeg om erbij te krijgen als broertje of zusje? Want alles ging in overleg met elkaar.
Nou, er werd veel besproken en gepraat ja, maar in de praktijk hadden de ouders gewoon het laatste woord hoor. Sterker nog, Bep is al die jaren de alles bepalende factor geweest. Haar stem was doorslaggevend.
Alleen naar de buitenwereld toe, deden ze alsof alles telkens in overeenstemming met elkaar was.

Maar goed we hebben net uitgebreid gegeten en terwijl we afruimen en voor de koffie gaan, praat moe, ietwat aangeschoten, verder over de gelukkige tijd die achter ons ligt.
De periode dat ik in het tehuis verbleef, totdat ze een goede vader voor me gevonden had. En hoe Bart daar, in haar ogen het beste toe in staat was. Dat ik hun bruiloft nog heb meegemaakt, toen ze nog in verwachting was van Dirk die, zo vertelde ze de kleine Eugène, door haar navel meekeek.
Dirk hoort het aan en staart een beetje voor zich uit. Bij alle pleegkinderen kon die het onderscheid nog wel maken. Dat waren allemaal tijdelijke broers en zussen.
Maar zijn broer is dus ook niet wie die dacht. Het lijkt wel of het nu voor het eerst een beetje bij hem begint door te dringen dat zijn vader, niet mijn biologische vader is. Dat ik niet zijn "echte" broer ben en dat we zelf, afgezien van al die pleegkinderen, ook een samengesteld gezin zijn.
Bep is verbaasd en vraagt hem: "Maar dat wist je toch wel, Dirk?"
En ik denk: Hij wist het dus gewoon nog niet en moe dacht van wel. Ze walst over zijn onwetendheid. Mijn leven maakt ze al tot een hel, maar ze kan het niet laten ook anderen mee te slepen in haar drama.
Nu kijkt hij geschokt en beledigd tegelijk. En terwijl Bep gewoon doorpraat, hoeft Dirk al niets meer van haar te horen en vertrekt zonder iets te zeggen naar zijn kamer boven.
Hij laat ons achter en ik weet even niet hoe te reageren. We proberen moe duidelijk te maken wat ze zonet heeft aangericht, want ze heeft nog niet door dat er bij Dirk iets is geknapt.
Ik ben lichtelijk geschokt door haar egoïsme. Helemaal in haar eigen wereldje en ongevoelig voor wat er om haar heen speelt.
Het lijkt wel of ze iedereen op een andere manier bespeelt. Ik kreeg meestal de gruwelen uit haar jeugd mee en hoorde haar aan als het communicatiegebrek met pa weer opspeelde. Dirk heeft ze klaarblijkelijk weer een veel romantischer beeld van het verleden geschetst.
Heeft hij die verhalen dan niet meegekregen bij het bekijken van de fotoalbums? Ik ben er altijd van uitgegaan dat ie van moe wel te horen had gekregen hoe het zat met mij. Als hij zelf zou terugrekenen, zou die ook kunnen weten dat ik er al was voor ze Bart leerde kennen. Is bij hem het verschil in opvoeding dan ècht nooit opgevallen?

Zo blijkt er dus niet één verhaal te zijn en ze kan het niet meer bolwerken. Ze raakt verstrikt in al haar fabels. En als je niet één verhaal hebt, moet je goed onthouden wie je wat vertelt.
Nu is ze verward. Langzaam komt het besef dat ze de avond heeft verpest.
En ik twijfel of ik Dirk even moet gaan opzoeken boven. Moet ik hem misschien gaan troosten of iets?
Ik weet niet hoe ik moet reageren. Voel me door moe buitenspel gezet. Bij Dirk en mij is m'n geschiedenis nooit onderwerp van gesprek geweest.
Toch voel ik me ineens geen broer meer en blijf beneden.
Bart en Dirk spreken zich beiden sowieso al niet veel uit. Maar Dirk en ik hebben er ook na deze avond nauwelijks over gepraat met elkaar en ik weet dus niet meer hoe ik me tot hem moet verhouden. Bep heeft iets kapot gemaakt en 't is me niet helemaal duidelijk wat allemaal.

Ondanks dat Dirk gevrijwaard is gebleven van de grofste woedeaanvallen van Bep, kwam zijn leven toch altijd een beetje op de tweede plaats. De meeste aandacht is al die jaren voornamelijk gekaapt door zijn moeder en z'n broer. De broer, omdat ie al jaren voor problemen zorgt en z'n moeder, omdat ze altijd al het hoogste woord voert in dit gezin en het daarnaast superdruk heeft met de zoon die maar niet wil deugen.
Kan me goed voorstellen dat hij zich behoorlijk achtergesteld voelt.

Jan en ik gaan een dagje toeren door mijn geschiedenis. Mijn dossier kunnen we nog niet ophalen maar ik wil zo graag Moederheil nog een keer zien.
Bep wil niet meer met mij terug dus Jan en ik besluiten zelf verder te zoeken naar antwoorden en haar er op een dag mee te confronteren.
We nemen foto- en videocamera mee, zodat we haar een mooi verhaal kunnen voorleggen.
De Gedo in Weurt doen we aan en dan ook nog even langs het hoofdkantoor van alle regionale kranten om te kijken of er iets te vinden is over een verkrachting in 1965, omdat de politie er toen bij betrokken was. Daarna door naar Moederheil op de Valkenierslaan, kijken wat daar van over is.

Wat leuk dat er iemand was bij de Gedo. Maar mijn eerste bezoek, met Bep, bleek dus inderdaad enkel een beleefd gesprek.
Nu, met Jan erbij hoorden we niets over de leuke tijd die mijn moeder er gehad had en haar herinneringen, maar wel over wat voor indruk mijn zestienjarige moeder op hen maakte.
Ze draaide daar niet echt volledig mee en werd als wederdienst voor haar vader gedoogd. Licht werk op het secretariaat en zorg dragen voor het rondbrengen van koffie en broodjes tijdens de lunch. Maar als het pauze was, wist ze niet hoe snel ze weer bij de bushalte moest komen. Daar ging ze dan staan roken en jongens opwachten. Want, dat viel hen wel op, ze was een beetje mannengek. Een meisje eigenlijk, dat het niet zo nauw nam met de regeltjes en er de kantjes een beetje vanaf liep.
Maar hoe het verder precies zat met die verkrachting, ja daar wisten ze niet meer van, dan dat Willie Pouwels toentertijd bij verhoor door de politie had verklaard: "Van wat er met haar gebeurd is, daar kan geen kind van komen!"
Hij is inmiddels overleden, hoor ik ze tussen neus en lippen door zeggen.
Daar schiet ik meteen door in een kramp: Het is Bep gelukt, het uitstellen en vooruitschuiven werkt weer in haar voordeel. De man die haar verkrachtte kan niet meer antwoorden. Nu moet ik genoegen nemen met alleen haar versie van de geschiedenis. Dit doet ze met opzet. Ik heb zo’n grondige hekel aan haar. Het levenslustige meisje dat zich verzet tegen haar bekrompen familie en zichzelf vrijvecht uit haar verleden vol ziekte, geestelijke mishandeling en verwaarlozing, kon mij er vanaf het begin al niet bij hebben.

Hieronder de uitgetypte aantekeningen van die dag:
Vader en moeder van der Donk, van Gedo in Beuningen, namen Beppie onder hun vleugels.
Beppie had het baantje gekregen door goede relatie beider families (Domien Stevens was als smid verantwoordelijk voor de garderobe bij de ingang van het bedrijf.)
Met moeder van der Donk deed ze werk op de administratie en om 10:30 hielp ze met koffie en broodjes uitdelen en afwassen en opruimen.
Ze ging vaak sigaretten halen met de zussen Ellie en Margreet van der Donk. Beppie was een vrolijke meid en ging roken bij de bushalte waar ze jongens opwachtte, want ze was een beetje jongensgek. Ze schreef, vertelde en deelde haar gedichten rond en uit en ging om met dichter Leo Vroman.
Na het werk nam ze meestal de bus naar huis, maar ze wachtte ook vaak of ze met iemand mee kon rijden.
Dat is een keer fout gegaan tussen Weurt en Druten. Willie Pouwels gaf haar een lift en onderweg leest ze hem haar gedichten voor. Ze is toen door hem onderuit getrokken en heeft daarbij haar hoofd gestoten op de klink van de deur. Ze is een tijdje buitenwesten geweest en zodra ze weer bijkwam, heeft ze zich in Ewijk uit de wagen laten zakken en is aan de kant van de weg gaan zitten om bij te komen en bij de dichtstbijzijnde kerk haar verhaal gaan doen.

Versie 1:
Een paar maanden na het voorval met Willie Pouwels krijgt Beppie opgezwollen voeten en blijkt dat ze zwanger is.
Ze vertelde dat het gebeurt moet zijn, toen ze een lift kreeg van hem. Vader Domien Stevens ging met dit nieuws na de kerst naar Gedo om vader en moeder van der Donk te vertellen dat Beppie al vier maanden zwanger was. Willie Pouwels, die al getrouwd was en zelf kinderen had, was aanwezig op het werk en wordt er direct bijgehaald.
"Ik heb d'r vervoerd, maar van wat er tussen mij en haar is gebeurd, komen geen kinderen."
Waarop vader Domien en Beppie naar de politie zijn gestapt en aangifte hebben gedaan.
Willie Pouwels is toen ook verhoord en verklaarde wederom dat wat er met haar gebeurd was, dat daar geen kinderen van kwamen.
Beppie kwam er niet meer werken en ze hebben ook weinig meer van haar vernomen. Wel hoorden ze jaren later over haar huwelijk met Bart, dat het een "moetje" was.

Versie 2:
Toen vader Domien Stevens verhaal ging halen bij familie van der Donk, is vader van der Donk tijdens dat gesprek naar de garage gelopen om Willie Pouwels te waarschuwen, dat ie maar beter kon vertrekken.
Willie heeft nog een paar keer naar Stevens gebeld en is een keer langs geweest om z'n kind te ontmoeten, maar telkens geweigerd door Beppies ouders.
Beppie kreeg de keus: Of intrekken bij dokter Schoenmaker, wat niet door ging omdat zijn vrouw zelf ook zwanger was, of naar Moederheil in Breda.
Ondertussen verspreidde een vriendin van Beppie, roddels over Vader van der Donk. Dat hij Beppie zou hebben aangerand.

Als we doorrijden naar Breda schieten de verschillende scenario’s door mijn hoofd.
Ik vind het zo raar dat er niet één duidelijk verhaal is. Wat wordt hier verzwegen? Is ze nu wel, of niet verkracht?
Heeft Willie Pouwels echt pogingen gedaan in contact met mij te komen? Van wie is ze nou zwanger geraakt?
Liegt Bep al m'n hele leven? Krijgt Willie de schuld en was het haar baas?
Wilde ze niet verder reizen, toen we samen die trip naar Breda maakten, omdat Willie wel degelijk benieuwd was naar z'n zoon?


Moederheil, Valkenierslaan 37, Breda.
"Even geduld aub" staat er op het reclamebord.
Even geduld? 23 jaar?

Op de Valkenierslaan ligt het tehuis er oud en verlaten bij. Moederheil wordt niet meer gebruikt en we zien dat het nu leeg staat. We lopen om het perceel heen en ik maak nog wat foto’s voor we door gaan naar Druten. We gaan toch even proberen of op de Hooistraat oma en opa S. thuis zijn. We overvallen ze een beetje maar we worden uitgenodigd in de woonkamer te komen zitten waar opa ook zit. Dan zien ze ook de grote videocamera en vragen meteen of ik loop op te nemen. Als ik de camera op de grond zet, gericht op de benen van opa en oma, druk ik de opnameknop in terwijl ik ze zeg dat ik hem net uit zet. Ik neem het gesprek op vanwege het dialect, om er zeker van te zijn dat ik het goed heb gehoord allemaal. We vertellen ze over de trip die we maken en stellen wat vragen over Bep, maar we horen weinig nieuws en vertrekken al weer snel.

Thuis in Rotterdam wil ik, ter afsluiting van deze tripjes terug in het verleden, Bep onze bevindingen voorleggen en laten zien wat ik met de videocamera heb gefilmd.
Ik wil daarbij ook meteen haar reactie op de beelden filmen.

Volgens mij is er niemand die haar beter kent dan ik. Ben 14 jaar getuige geweest in dat gestoorde gezin.
Meestal als lijdend voorwerp natuurlijk. Zo nu en dan als vlieg op de muur, maar je zat je evenzo vaak te generen als er visite was of als we bij anderen op bezoek waren.
Ik ben haar grootste criticaster. Ze heeft nauwelijks door dat ik tegelijkertijd ook haar grootste vijand ben.
Daar komt bij dat ik uiteindelijk misschien wel de enige ben die haar aandurft. De enige die haar een spiegel voor kan houden.
Een moeder moet er voor haar kinderen zijn, niet andersom natuurlijk en ik wil haar ook helemaal niet meer helpen of bijstaan. Ik wil dat ze gewoon van me... dat ze normaal tegen me doet.
Dat gaat er bij ons, pijnlijk genoeg, niet meer van komen ben ik bang. Maar de tijd dat ik haar met fluwelen handschoenen blijf aanpakken loopt op een einde.

Nu nog niet, nu nodig ik haar uit op m'n kamer boven en installeer haar voor de tv terwijl ik haar vertel dat we ook bij opa en oma in Druten op bezoek zijn geweest.
Als ze merkt dat Jan aan de andere kant van de kamer bezig is met de camera, leg ik uit dat ik m'n gesprek met haar wil opnemen maar ze word langzaamaan steeds zenuwachtiger. Het verbaast me dat ze dit niet leuk vind om samen aan te gaan maar het is niet anders; ze voelt zich behoorlijk in een hoek gedreven en verkrampt helemaal. "Ik kan dit niet aan, jongens!" Zegt ze. Ze vindt het ook niet leuk dat Jan en ik, zonder dat zij ervan wist gewoon bij haar ouders zijn langs geweest en voelt zich bedonderd. Het lijkt wel of ze bang is voor een kruisverhoor, ze klapt echt helemaal dicht.
Ik heb alle reden om haar het vuur aan de schenen te leggen, maar ik forceer niks. We stoppen ermee.

Niet lang daarna als we weer eens in Lisse op bezoek gaan, moeten Jan en ik aanhoren hoe ze inmiddels overhoop ligt met haar gevoelens voor J.M.H. te W.
Die heeft ze leren kennen in café Juffermans. Eerst was er de therapeutische bijstand die ze hem verleende, want het ging niet zo goed met z'n relatie. Maar daarna, was ze helemaal hoteldebotel van hem.
Misschien dat de vraag om met haar gezin kennis te maken van hem kwam, maar ik vond het nogal ongepast, dat ze haar cafévriendje uit Juffermans, bij ons op de Heereweg had uitgenodigd. Ja, dat deed ze gewoon. Ons kennis laten maken met de mensen, waar ze elke dag mee in de kroeg zat.
Toen ik aankwam zat J.M.H. op de bank in de salon. Hij leek in ieder geval oprecht begaan met Bart.
Maar aan de manier waarop moe met hem omging en naar hem keek, zag ik dat ze helemaal gek op deze man was.
Ook toen ik nog thuis woonde, waren pa, Dirk en ik altijd al tegen haar kroegbezoek. Je hebt toch een leven hier, met ons. Maar ze trok haar eigen plan.
Bep deed altijd waar zij zin in had en bevestigde daarmee bij ons het gevoel, dat ze ons zo bij tijd en wijle maar saaie, simpele mensen vond. Het komt ook steeds vaker voor dat ze zelfs die gezinsdingen niet meer de moeite waard vind om uit te zitten. Als er niets leuks op t.v. is, weet ze niet hoe snel ze weer naar het café terug kan. Wat mij betreft heeft ze het ook nooit echt gezellig weten te maken in ons huis.
Als de enige verbondenheid met elkaar de verjaardagen zijn en die katholieke toneelstukjes die het hele jaar door de seizoenen aan elkaar rijgen, dan is dat te weinig om de boel leuk en bij elkaar te houden. Buiten dit om was er geen interesse in elkaar. Er werd weinig gepraat over het wetenschappelijke werk dat Bart deed. We moesten wel allemaal horen waar Bep de hele tijd mee bezig was natuurlijk. Maar zij hadden weer geen idee in wat voor wereld ik elke dag bezig was.
Alleen Bart en Dirk lijken iets gezamenlijks te hebben.

Bep probeert ons al jaren te overtuigen, dat het goed is wat ze allemaal in Juffermans doet.
En Bart laat het allemaal gedwee over zich heenkomen. Maar ziet hij het ook, wat er onder z'n neus gebeurt?
Jarenlang ga je er als kind van uit, dat je ouders elkaars gedrag accepteren, maar ik zie dat Bart ook heel vaak niet meer weet hoe hij met haar om moet gaan.
Hij ondergaat het allemaal maar lijdzaam.
Bart is zo conservatief, dat je er kramp van in je kaken krijgt en dan zit hij opgescheept met een pacifistisch kindvrouwtje dat de vrije liefde predikt.
Moest hij zich nou ook nog laten welgevallen hoe ze zijn opvolger binnenliet, waarmee ze na zijn dood verder zou gaan?
Zelf moest hij het niet wagen z'n leuter ergens anders in te steken dan in één van haar gaten, maar zij laat ons elke keer kennis maken met haar veroveringen.
Bart is zo goed als uitbehandeld en gaat zijn laatste maanden in en ze komt al met de volgende surrogaatvader aanzetten.

J.M.H. is getrouwd en vader van twee kinderen. Tja, en nu is ze vertwijfeld over haar relatie met J.M.H. Toen bij hem thuis de boel onder druk kwam te staan ging zijn gezin in therapie. Bep had het allemaal te laat door en loopt even een huwelijk te gronde te richten. Ik krijg bijna medelijden met J.M.H.
Ze kon haar eigen gezin al niet bij elkaar houden, gaat ze ook nog stoken in dat van een ander.
Dit is zo zwaar voor haar, maar ze heeft natuurlijk verloren en moet haar relatie met J.M.H. beëindigen. Hij kiest (gelukkig) voor zijn gezin. Ik vind het allemaal zo gênant om te horen en heb de groots mogelijke moeite om erbij te blijven zitten. Jan probeert het gezellig te houden. Anders wordt ze psychisch en schiet ze in een depressie.

Bart lijkt het allemaal al jaren te accepteren. Hij kan ook waarschijnlijk niet anders. Maar echt wederzijds is het nooit geweest. Hij hoeft maar even te lang naar een andere vrouw te kijken of Bep voelt zich al beledigd. De vergelijking met Claudio dringt zich op. Ik mag me ook niet bemoeien met zijn nimmer aflatende zoektocht naar meer vrienden en mannen. Bij mij overheerst nog steeds het gevoel dat ik op zoek ben naar rust. Bij Claudio hoef ik daar niet op te rekenen.

"Doe jij je vader dan nog even voor je gaat?"
Dirk mocht hem overal naartoe rijden, ik mag hem verschonen. Dat heeft hij liever. Bep is af en toe best wel onhandig en bij mij gaat alles zonder geklaag.
Laatst aan tafel net na het eten, zaten we t.v. te kijken en ze reageerde al drie keer naar Bart met: "Ja, ik doe het zo!" Al drie keer vroeg hij haar, of ze hem kon verschonen.
Hij voelt zich er zichtbaar ongemakkelijk bij en ik maak aanstalten om het over te nemen. Maar hij maant me, te gaan zitten en staart moe weer aan, of ze er al aan toe is. Ze reageert gewoon niet op hem en als ze dan eindelijk tijd voor hem heeft, is ze weer te gehaast, want ze had het al drie keer beloofd.
Nu moeten we haar ook helpen: Waar heeft ze de schaar nou weer gelaten? En haal eens nieuw verband voor me uit de voorraadkast, of hou dit eens vast, dan kan ik beter dat... etc. etc.
Met haar vingers, rood en plakkerig van haar glaasje port en een camel filter in haar mondhoek, klaart ze dan de klus. Niet even de handen gaan wassen en je peuk opzij leggen. Bart lijkt hopeloos, bij het aanschouwen van zoveel amateurisme.
Hij heeft niet lang meer, maar ik heb van de week twee afspraken in Rotterdam, die ik eigenlijk niet kan laten schieten. Het is maandagavond en tijdens het verwisselen van zijn stoma en het insmeren van z'n stomp en doorligplekken, probeer ik uit te vissen of hij niet wil dat ik blijf. Hij staat erop dat ik m'n afspraak bij GSD en de psycholoog van de GGZ in Rotterdam nakom. Dan zien we elkaar woensdagavond wel weer.

De volgende morgen in Rotterdam, krijg ik nog voor ik naar de GGZ wil lopen, rond de klok van 9 al telefoon van Dirk uit Lisse.
Bart is vannacht om half vier overleden. Ze wilden mij niet wakker bellen, maar Dirk en Bep zijn al zes uur op.
Nadat Bart nog een paar uur had geslapen, werd hij ineens wakker en heeft één grote, bloederige braakuitbarsting gehad, waarna die weer terug in bed zakte en z'n laatste adem uitblies. Na al die weken bij hen thuis, knijpt hij er tussenuit in die ene nacht dat ik er niet ben.

Ik bel m'n afspraak af en zeg dat ik ook meteen met de therapie stop.
Jan en ik rijden naar Lisse. Als we aankomen op de Heereweg, doet Dirk de voordeur al open nog voor ik de sleutel in het slot kan steken en we vallen elkaar in de armen.
Binnen hebben ze de bloederige plas al van het parket geschrobd en Bart wordt afgelegd.
Er wordt niet gehuild. Bep doet zelfs een beetje afstandelijk en groet me nauwelijks. Even probeer ik af te tasten of ze zo niet met een verwijt komt, omdat ik hen gisteravond verliet. Maar ze lijkt van de wereld.
Omdat ik nog niets heb gegeten, loop ik naar de keuken om een snee brood te gaan smeren met kaas. Terwijl ik bezig ben, dwalen mijn ogen over de bollenvelden van onze buren en ik besef dat het voorbij is: Niet gewoon, uiteindelijk toch normaal verder leven met hem dus, omdat zij overleden is.
Nee hoor, geen rust na 14 jaar, want we blijven achter met haar. Wie heb ik nu nog hier?
Ik word slordig. De onhandige kaasschaaf schiet te ver door op hun harde, half belegen kaas en ik neem zo een stuk van mijn handpalm mee. Nu bloedt het en tranen wellen op in m'n ogen.
Tegelijkertijd komt m'n tante de keuken instappen en ziet mij staan snotteren. Ze zet de kopjes op het aanrecht en kijkt me helemaal verbaasd aan: "Sta je nou te huilen, joh? Je wist toch al lang, dat ie niet je biologische vader was?!?" En weg is ze alweer. Ik klap dicht en stop meteen met zielig doen.
Ja, dat heb ik altijd wel geweten hoor! Dat ik geen echte Kortekaas ben! Maar toch fijn, dat je me daar even aan herinnert, na al die jaren mantelzorg aan jouw broer.

Diezelfde avond, als Bep het hele programma kan gaan uitrollen voor de kist, de kaart, de krant, de mis en de muziek, klapt ze gewoon dicht.
Niets geen drama of tranen, maar het heeft een black-out, het is alles een beetje kwijt.
Waar de teksten voor de dienst lagen, wist ze niet meer. En de muziek dan? Had je die niet al apart gehouden? Nee! Daar was het ook nog niet van gekomen!
Mag ze eindelijk ergens de leiding in nemen, valt ze stil. Jan gaat zitten en schrijft vervolgens in één avond de hele mis uit, terwijl moe zich continue laat afleiden door, of de telefoon, of de familie die nog in en uit loopt. Bep blijkt gewoon, op het moment dat het er op aan komt en zoals ze ook mij vaak karakteriseerde: "Geen knip voor de neus meer waard." Maar we hebben nog drie dagen de tijd gelukkig.

Jan en ik rijden 's nachts terug naar Rotterdam, voor mijn afspraak met de Sociale Dienst morgen.
Doodmoe meld ik me 5 voor half 9 in de Robert Fruinstraat en loop de wachtruimte in. Na 5 minuten verschijnt mijn consulent in de deuropening en als hij me ziet zitten zegt ie, dat ik vijf minuten te laat ben.
"Maar ik zit hier al 5 minuten hoor!" zeg ik. "Ja, maar u dient 10 minuten van te voren aanwezig te zijn. Ik ben genoodzaakt uw uitkering op te schorten, goedemorgen meneer Kortekaas." En de beveiliger loopt met me mee naar de uitgang, want ze weten maar al te goed wat voor agressie deze bejegeningen van arme mensen oproept. Ook dat nog.

's Middags zet Jan me weer af in Lisse. Hij komt zaterdagmorgen met Clau terug. Dirk en ik willen nog kleren kopen in Leiden, zodat we allebei hetzelfde dragen tijdens de dienst. We gaan allemaal in het zwart. Donderdag en vrijdag is er nog gelegenheid voor mensen om afscheid te nemen van Bart die hier in de serre staat opgebaard. Het zijn rustige dagen. Moeder is sinds dinsdag onpeilbaar. Ze ondergaat alles lethargisch.
Zaterdag 28 augustus 11:00 is de uitvaart in de Engelenkerk.
Het is al dagen mooi weer en ook tijdens de begrafenis schijnt de zon volop. Vroeg opstaan om de boekjes voor de mis in de kerk te gaan leggen, de begrafenisonderneming heeft gisteren al de condoleanceregisters voor ons neergelegd. Alle bloemstukken die de laatste dagen zijn bezorgt gaan mee de kerk in. Daarna de dragers van de kist ontvangen, broers en vrienden van Bart. Het verloopt verder allemaal soepel. Ik heb het mezelf niet moeilijk gemaakt door ook nog wat voor te willen lezen tijdens de ceremonie en zit de dienst uit met het weldadige gevoel gesterkt te worden door alle aanwezigen achter ons.
Er zijn momenten die ik me herinner, maar het meeste beleef je toch in een roes.
Na de mis komen de dragers naar voren en nemen de kist met Bart op hun schouders. De pastoor gaat ze voor en de dragers volgen. Dan 'ons' moeder, geflankeerd door Dirk en mij met achter ons Jan, Jiska en Claudio gevolgd door alle genodigden. Een klok begint te luiden en geeft het langzame ritme van de trage stoet aan. Buiten slaan we rechtsaf en lopen om de kerk heen door naar achteren. Langs de parkeerplaats en de speelplaats van de kleuterschool, het verenigingsgebouw waar ik, 20 jaar geleden tijdens een vakantie bij opa en oma K. op de Catharijnelaan, m'n eerste zwart/wit film zag. Daarnaast het grote schoolplein met de Beekbrugschool waar Dirk nog op heeft gezeten toen we hier net kwamen wonen. Het is een mooi weggetje, links en rechts van ons bomen die, vol in de bladeren nog, een mooie groene poort vormen voor onze hele stoet. We passeren het klooster links van ons en rechts buurthuis 'De Kleine Engel'. Dan nog Drukkerij Duineveld en bij hen achter het zandpaadje dat ons naar het iets hoger gelegen kerkhof leid. Aangekomen bij het gat dat voor Bart is gegraven, neemt de pastoor plaats aan het hoofdeinde, Dirk en ik komen tegenover hem te staan. Het duurt even voor het hele kerkhof is volgestroomd. De zon schijnt ons strak in het gezicht en we zetten een zonnebril op. Achter ons komen de twee oma's te staan en ik voel een hand van een van hen op m'n schouder. Het is echter zo druk dat ik al snel tegenwicht moet gaan bieden aan de twee zware oma's die staan te snotteren in onze rug en Dirk en mij langzaam richting het graf duwen. Tijdens het hoogtepunt van de ceremonie, als ze de kist in het graf hebben laten zakken, heb ik enkel nog vaste grond onder m'n rechterbeen en houd ondertussen Dirk weer vast. De rand rond het graf stort langzaam in, m'n linkerbeen hangt er nu dus boven. Ik probeer zoveel mogelijk tegen de twee zware oma's aan te leunen om ze naar achteren te dwingen, opdat ik niet mee het graf in verdwijn. We staan zo dicht op elkaar gepakt dat het weinig mensen opvalt. Maar het beeld van die sukkel van een Eugène die ook nog eens in het graf van z'n vader glijd doet me bijna in de lach schieten.

De nazit is in Juffermans. Moeder is blij met alle aandacht en verzekerd de aanwezigen dat we Bart een waardige laatste tijd thuis hebben kunnen geven. Na een uurtje proberen we Bep te bewegen om mee terug naar huis te gaan. Dirk, Jiska, Claudio en ik gaan lopend, Jan volgt met Bep in de auto. Daar wil moe in de tuin nog wat foto's maken.

Weer thuis in Rotterdam staat er een afspraak met de juf van Mimmo in Dordrecht op de agenda.
Het gaat steeds slechter met Roos en Wouter. Mimmo z’n schoolprestaties lijden eronder. Waar doet me dat ook alweer aan denken?
Er moet snel wat veranderen in hun thuissituatie. De verslavingen bij de ouders blijven terugkomen en de kinderen worden verwaarloosd en lopen een achterstand op in hun ontwikkeling. Met hun dochter Sarah-Moon in de kinderwagen gaan ze proletarisch winkelen en gebruiken dan de kinderwagen om de duurste dingen in te verbergen: vlees en drank.
Van een volwaardig ontbijt, lunch en hoofdmaaltijd was geen sprake meer, maar Wouter presteert het nog steeds om tijdens het avondeten steevast zelf het grootste stuk vlees te verorberen, terwijl de rest het met een kleiner stukje moet doen.
Ik heb het een paar keer gezien. Pappa verorbert 300 gram en de andere drie mogen zo’n zelfde stuk met z’n drieën verdelen. Dat deed hij ook al toen ze nog op het Ungerplein in Rotterdam woonden. Mimmo heeft er geen leuke vader bij gekregen met Wouter. Hun toestand is zorgwekkend, maar hun beider huisarts schijnt er nog niet echt prioriteit aan te willen geven. Als er niets gebeurt, valt dit gezin weer uit elkaar.
Flavio, de ex van Roos, heeft inmiddels zijn leven weer een beetje op orde. Hij woont nu in Amsterdam, heeft een baan, een nieuwe vriendin en een dochter. Flavio is ook op de hoogte van de verwikkelingen in Dordrecht en gaat zien of hij Mimmo bij hen in Amsterdam kan laten wonen. Ook Mimmo lijkt dat leuker te vinden.

Twee telefoontjes van Wouter, versnelden de hele boel; "Kan ik geld van jullie lenen?" "Waar heb je het voor nodig?" Vraagt Jan hem. "Ik moet NU geld hebben, anders slaat ie me in elkaar!" Is Wouter zijn reactie. "Maar je kent ons toch? Zo gaan we dat niet doen Wouter! Als je ergens problemen mee hebt kom je maar langs, dan praten we erover!" zei Jan. Niets meer van gehoord.
Wat dagen later, net na het avondeten, het tweede verontrustende telefoontje. Er gaat iets helemaal fout in Dordrecht. Claudio, Jan en ik rijden er meteen naartoe. Wat we bij ze aantreffen is nogal triest. Wouter is onder invloed van een dealer geraakt. Die maakt nu misbruik van hem en bedreigt zijn gezin. Wouter had mij al een keertje vertrouwelijk en vol afschuw verteld over een dealer die in een flat ergens in de buurt ook een kamer heeft waar hij meisjes/vrouwen prostitueert. Wouter heeft er één keer iemand gedrogeerd, vastgebonden op bed zien liggen. Hij is niet naar de politie gestapt. Toen hadden we ons er al mee moeten bemoeien natuurlijk, maar Claudio heeft nooit zo’n zin in al die problemen van z’n zus.

Wouter doet de voordeur open om ons binnen te laten en lijkt helemaal van de kaart. Hij bazelt wat, maar we weten niet echt waar hij het over heeft. Als we de woonkamer instappen zien we Mimmo in z’n pyjama op een stoel zitten. Waar Sarah-Moon is weet ik niet. Dan komt Roos naar beneden gelopen met een donkere man achter zich aan. Roos doet en zegt wel dat er niets aan de hand is, maar zowel Roos als Wouter lijken helemaal over hun toeren. Wij vragen met wie we hier te maken hebben en wat de man hier in huis doet en hij stelt zich aan ons voor. Na een nogal slap christelijk handje begrijp ik, dat dit de dealer is waar Wouter al weken aan vast zit. Door het gestress van Wouter en Roos die ons de situatie proberen uit te leggen, kan hij er tussenuit knijpen voor we goed en wel het gesprek met hem kunnen aangaan. Maar hij lag dus al bij Roos in bed, omdat Wouter een schuld bij hem had uitstaan? M’n maag draait zich om als het tot me doordringt.
Deze man stond dus een paar dagen geleden ook naast Wouter, toen die hem onder bedreiging van geweld dwong, geld bij ons los te peuteren.
Bij Claudio dringt het nog niet echt door, maar bij Jan en mij gaan er wel wat alarmbellen rinkelen. Overduidelijk dat dit niet goed meer gaat. Mimmo kan binnenkort bij z’n vader in Amsterdam terecht en het zal niet lang meer duren voor we Roos, Wouter en Sarah-Moon een plek in Rotterdam aanbieden.
Daar ziet Claudio natuurlijk ook tegenop. Leuke dingen doen met z’n zus en lekker roddelen over hun beider exen en avontuurtjes ok, maar nu zij zo in de shit zit en de kinderen eronder lijden, ziet ie ze als onbetrouwbare junkies.
Jan staat erop dat ze in therapie gaan en hulp zoeken bij een verslavingskliniek. Wonen bij ons is alleen om die periode te overbruggen. Na een maand of wat krijgen ze onderdak bij "De Hoop" in Dordrecht. Sarah-Moon, die ondertussen op de basisschool hier in de buurt zit, zal binnenkort naar de grootouders in San Francisco verhuizen.

1998.
Ik wil Jan niet onder druk zetten maar ik zeg hem: "Of Clau eruit, of ik!"
Met het gezin van z'n zus hier in huis, verslechterd m'n relatie met Clau. Hij vind het maar moeilijk te accepteren dat we zo klaar staan voor iedereen.
Voelt zich zelfs beperkt in z'n bewegingsvrijheid. Hij lijkt zijn comfortabele positie niet af te kunnen zetten tegen de ellende waar het gezin van z'n zus in zit.
Hij ziet ook nog steeds niet, hoelang ik hem z’n gang heb laten gaan; hoe vaak ik hem heb vergeven al die jaren, elke keer weer. In dit huis is ie ook altijd zijn eigen gang gegaan.
Dit totaal uitgewoonde pand moest van hem in oude staat (1915) hersteld worden.
Zijn interesse in klassieke muziek die de sfeer bepaalt; gezellig de hele week rondhangen op het festival "Oude Muziek" in Vredenburg, Utrecht.
De "Gay Community", ik heb er niets meer mee.
Laatst speelde hij nog dwarsfluit bij een reünie-concert van een bekende Rotterdamse band, vertrok die ook nog met de muzikant die hem daarvoor uitgenodigd had, op fietsvakantie naar Denemarken. Dat kon natuurlijk niet zonder een dure nieuwe fiets. We leven allebei nog steeds van een uitkering en ik vind het niet kunnen naar Jan toe, die met ons dit woonexperiment aan wilde gaan omdat Clau en ik het samen al niet konden bolwerken. We leven nu in de luxe dat we ons geen zorgen meer hoeven te maken over huur, gas, licht en water. Die zekerheid heb ik al die jaren met hem nooit gehad. Clau blijft gewoon doen waar die zin in heeft, maar zijn input bij de ideeën die Jan en ik hebben voor een eigen web-site blijft vaag.

"I am Cain, i'm not able." Waarom was god wel tevreden met wat Abel te bieden had en niet met het offer van Kaïn? Wat was er gebeurt als hij zijn broer had laten leven?
Abel is vermoord en zal niets meer bereiken en Kaïn blijkt onmogelijk voor zijn omgeving.
Het was tijdens deze Brainstormsessie dat we op de naam voor onze website kwamen. Wat kunnen we met z'n drieën bereiken, ondernemen, ondanks de limitaties van onze uitkering. Zijn we met z'n drieën "Able to Gain"? Het zou het antwoord kunnen zijn van Abel naar zijn broer. Ben ik, net als Kaïn, ondanks de teleurstelling van de afwijzing en het gevoel gebrandmerkt te zijn, in staat om nog iets te ondernemen?
Jan sterkt me in het idee dat men nooit als enige verantwoordelijk gehouden kan worden voor het verloop van je (mijn ongemakkelijke) leven.
Niemand is schuldig aan zichzelf!
Omdat Bill z'n Gates heeft, openen wij uiteindelijk ook een Gate. Gaingate.com
We registreren een '.com' (Je had nog niet zoveel extensies in het begin) dan kan het niet commercieel uitgebuit worden door iemand anders.
 

   
Mappenstructuur van insteekvellen met de eerste 9 hoofdstukken en vervolg, aan een waslijn in het kantoor.

Dit weekend komen Flavio en Mimmo uit Amsterdam. Het gaat goed met Mimmo en we zouden een dag leuke dingen gaan doen in de stad, nu Roos, Wouter en Sarah-Moon zijn vertrokken. Claudio heeft er geen zin in. Hij schijnt niet door te hebben dat we dit allemaal voor zijn familie doen. Na het ontbijt, als ik met de afwas bezig ben, merk ik dat er niet genoeg melk is voor de visite. Als ik hem vraag of ie even naar achteren wil lopen om een pak te halen wordt hij kwaad. Net met zijn koffie onderweg naar boven gooit ie z’n mok met een zwaai leeg door de pas gewitte gang heen, doet de voordeur open en verdwijnt naar buiten.
Dit is voor mij de druppel. Ik ben woedend en zet met een klap het eerstvolgende ding dat ik had afgewassen op het druiprek. De lelijkste asbak die we hadden breekt in m’n hand en ik haal m’n linker ringvinger horizontaal vier centimeter open, van links onder naar rechts boven. Het bloedt als een rund en ik breek in huilen uit. Niet alleen om de pijn, maar ook omdat ik besef dat het helemaal over en uit is. Dit komt niet meer goed.
Deze zelfmutilatie moet stoppen. Jan wikkelt mijn hand in een theedoek en we rijden met de wagen naar de spoedeisende hulp. Eenmaal onderweg zien we op de Mathenesserlaan Claudio oversteken die net uit de coffeeshop komt, maar ik zie nog geen pak melk. Omdat er niemand thuis is om de visite op te vangen stuurt Jan hem door. Als hij me ziet met m'n hand in de bebloede theedoek, kijkt ie geschokt maar ik draai het raampje weer dicht zonder hem iets te zeggen over m’n toestand. In het ziekenhuis is het te druk en ik word met een verbandje om weer naar huis gestuurd. Maak maar een afspraak bij je huisarts.
(huisarts Verhoef helemaal verontwaardigd: "Wat hebben ze gedaan? Heb je je zó naar huis laten sturen? Zonder het te laten hechten? Waar ben je geweest?")
Weer terug thuis voel ik dat het voor mij niet meer hoeft en ik zak ter plekke weg in een depressie. Doodmoe ben ik en helemaal klaar met Clau. Als we even later aan de koffie zitten met Flavio en Mimmo, zien ze al snel dat ik geen puf meer heb om de hele dag mee uit te gaan. Flavio merkt wel dat er iets is voorgevallen maar komt natuurlijk niet naar Rotterdam om de hele dag met Claudio door te moeten brengen. Ze gaan toch wat doen en ik mag thuis blijven. Ze zoeken het maar uit met Claudio, hun oom en zwager.

Wouter, Roos en Sarah-Moon komen op de koffie. Daar zit ik totaal niet op te wachten nu Claudio het huis is uitgezet. Maar het bezoek hoort bij het resocialisatie traject dat voor hen door "De Hoop" is uitgezet. Wouter voert het woord en lijkt er trots op te zijn dat ze al zover zijn gekomen. Ze weten nu ook van het bestaan van de bijbel en oude schulden vereffenen is één van de opdrachten die ze dichter bij hun einddoel brengt: De beschermde woonomgeving, die hen in het vooruitzicht wordt gesteld. Roos legt 2.000 gulden voor ons neer. Gezellig doe ik niet en Wouter merkt al snel dat ze van mij weer mogen oprotten. Roos heeft het niet door en vindt het nodig om mij nog even duidelijk te maken dat Claudio al lang weer een leuke, nieuwe vriend heeft.
Alsof ik me daar zorgen om maakte. Volgens mij heeft hij er sinds die hier weg is wel meer gehad. Nu ik hem geen schuldgevoel meer bezorg, waarschijnlijk elk weekend weer een ander. Na drie dagen hoorde we hem nog lachend met Richard hier voorbij lopen, maar hij was nog geen week vertrokken of hij stond huilend met kapotte bril en blauw oog voor de deur, omdat ie na het uitgaan met Richard op de Mathenesserlaan overvallen was en heeft moeten vechten.
Zijn zus is net zo gestoord als die moeder van hen. Hun dochter, Sarah-Moon zit erbij en ik weet niet hoe ik er op moet reageren. Wouter geneert zich voor Roos. Roos heeft altijd raar tegen mij gedaan. Me altijd aangekeken alsof ik één van de (zovele) vriendjes/ avontuurtjes van haar broertje was.
Een tijdje terug had ze ook zoiets aardigs wat ze met me wilde delen. Net aan het bijkomen van een zware griep, word ik door Jan en Claudio opgehaald voor het concert van de Cocteau Twins, in Vredenburg Utrecht. Daar gingen ook Roos en haar toenmalige vriend Flavio mee naartoe. Tijdens het concert sta ik achteraan, een beetje duizelig van de koorts nog, draait Roos zich naar mij om en vraagt of ik Claudio nog gemist had de afgelopen dagen. Als ik een bevestigend knikje geef, vervolgt ze: "Hij heeft jou helemaal niet gemist hoor!"

Zo'n twee/drie maanden nadat Clau is vertrokken komt er een nieuwe game uit; Unreal. Dit was heel wat anders dan de claustrofobische of arcade style wereld die we al hadden met Doom, Tetris, Chip's Challenge of Mario Bros.
Unreal had een groter verhaal en grotere mappen van werelden waar je uren doorheen kon struinen met een mooie selectie aan tegenstanders. Ik stort me op het nieuwste van het nieuwste en verdwijn elke keer als het webwerk erop zit, dit digitale paradijs in. Het is zelfs zo erg dat ik, als ik buiten in de echte wereld op straat loop, de hele tijd EHBO kisten tegenkom die je in game nodig hebt om te kunnen overleven. Ik droom er zelfs van. Je hebt lokaties in het spel waar je net als op de maan, als in slow-motion met 'low gravity' over de planeet stuitert. Dat is zo lekker. Ik droomde dat ik op zo'n zelfde manier door mijn oude buurt in de Poelpolder stuiterde. Hoog boven de flats aan de Ringvaart.

vorige - index - volgende